Elke dag heeft zijn kleur, heeft zijn lichaam en zijn zicht op wat hij brengen kan aan afwisseling met wat gisteren was. Ook het weer speelt hierbij een rol, ook hoe je wakker bent geworden uit een droom die je al vergeten bent omdat de dromen maar nevels zijn in de holte van de nacht.
Wat je vooral ziet is hoe de dagen schuiven, hoe de herfst je gegrepen heeft en zich in jou heeft genesteld, tot in je gemoed, tot in je gebeente als je buiten komt, de luchten grijs en ondoorgrondelijk, even ondoorgrondelijk als wat de dag je brengen zal.
Maar je weet, dat wat in dit ‘nu’ al geschreven staat, aangevuld zal worden met wat ‘nu’ en in de volgende ogenblikken erna komen gaat. Zelfs al weet je nog niet waarheen je kijken zult, noch waarheen de gedachten je voeren zullen. Alles hangt af van wat je gedicteerd zal worden van uit de nevelen, én van wat is geweest, én van wat komende is. Als je Sheldrake geloven mag, zou het ook kunnen dat het van uit de toekomst op jou afkomt gestormd. Zo zag het ook de schrijver van psalm 139 het, en zo zie je het ook gebeuren.
Je zit voor je klavier en je wacht af, je neemt de woorden die zich aanbieden en eens dit werk voltooid, eens je vindt dat het genoeg is geweest, zal je de dag binnen stappen en zie je wel wat er komt of wat er te gebeuren staat voor jou: een brief, een e-mail, een telefoon of helemaal niets en dan zal alles uitgaan van je handelingen, waarvan je enkel de eerste stappen kent. Wat er op volgen zal weet je niet, maar je kunt weinige kanten uit: deze die je gerust laten en deze die je hoopt niet te ontmoeten, maar schrijven zal je, schrijven en blijven schrijven tot je er bij valt. Met pijn in de lenden en een voet die slaapt, vergeet je de rest.
Je had het over de kleur van de dag, je dacht aan citroengeel, je dacht dat deze kleur je het best passen zou voor de dag die zich nu stilaan opent op het licht. Moge het licht zich ook manifesteren in jou, moge je dingen schrijven, zoals de dag ervoor die je nog nooit ontmoet hebt in je gedachten.
Je weet van twee vrienden that they are struggling met het maken van een gedicht. Je zou ze willen helpen, maar je ingesteld zijn is niet dat van hen, zo je wacht vol vertrouwen op wat ze je mailen zullen. Dit is het heerlijke van een vriendschap en je moet het hier kwijt, je bent een gelukkig man – gisteren waart je een vreemd man - je hebt tal van vrienden die schrijven, tekenen, schilderen, beeldhouwen, je hebt er zelfs die een vijver in zijn hart draagt en zich afslooft om elk mankement eraan te verhelpen, hoe zwaar het werk ook moge zijn. Je hebt er zelfs een, die werkt aan een Fabergé-ei dat zich opent op een Pavlova die danst op de tonen van de stervende zwaan van Camille Saint-Saëns; niets is onmogelijk in deze wereld.
Je hebt nu bereikt wat je bereiken wou, je kunt nu wachten op wat er komen gaat nu de dag geopend is. Je voerde uit wat van jou wordt verwacht.
Ugo mag nu even gaan rusten terwijl ik ga ontbijten.
|