Wie is het die me nog leest, of wie zijn zij die in de loop van de dag even denken aan mij en op een verloren ogenblik gaan bladeren om te vinden wat ik geschreven heb? Hoe verloopt het mijn woorden, hoe worden ze onthaald, eens ontbloot, eens terug tot leven gekomen?
Ik schrijf maar en blijf het doen; dag in dag uit breng ik woorden samen, stijgt het aantal pagina’s tot een cijfer dat ik nimmer had verwacht. En ik ga maar verder, zonder omzien, blindelings de tijd in. Ik bereik aldus het hart van de herfst om nog verder te gaan in de richting van het jaareinde dat er eens te meer schijnt aan te komen voor mij. We zijn er nog niet, maar het zou kunnen dat ik een nieuw jaartal binnen ga, gesterkt door wat voorbij is, zie ik het gebeuren. Al weet je nooit.
Ik zie dat de achtbare professor Etienne Vermeersch[1] nog altijd achter God aanloopt, het is een obsessie voor hem, God uit de hoek te halen en te zeggen dat Hij er niet is. Is hij er zo zeker van, dat er niets is dat op een God zou kunnen lijken, of, en dan heeft hij een punt, is het omdat hij nog altijd achtervolgd wordt door de God van zijn jeugd; is het deze God die hem nog altijd bezoeken komt, die hij verjagen wil uit de harten van anderen die Hem wel nog bezitten en aanroepen als de nood het hoogst is, of, wat zeker gebeurt, die hem danken voor wat het leven hen gegeven heeft, of anderen nog die stil staan bij wat het leven hen ontnomen heeft?
Wat kan er nog in meer gezegd worden over zijn afwezigheid, zijn niet-bestaan, na ‘The God delusion’ het boek van Richard Dawkings[2]? Waarom er altijd maar op terugkomen en dan vooral op de God van de Bijbel, de jaloerse, de slaande, deze van Sodom en Gomora, deze van de tien plagen van Egypte, heeft men hier dan nog steeds geen antwoord voor?
Een antwoord dat niet meer nodig is. We zijn gesatureerd, de God die de zevende dag gaan rusten is, is er, rustende, laat hem in ‘pais en vree’, en zoek voor jezelf uit hoe is kunnen ontstaan wat ontstond; uit wat het is kunnen ontstaan, en misschien ook, waarom het ontstond. Vragen die je voldoende, zelfs een leven lang, kunnen bezig houden.
Vragen die zo indringend zijn dat, zoals we het vaststellen kunnen, we ze liever terzijde leggen dan er een antwoord op te zoeken. Moeten er dan nog zijn, zoals Vermeersch, met alle respect voor hem, die blijven knagen aan het been dat die God voor hen betekent en dan vooral omdat, wat ze zeggen en schrijven, Hij niet bestaat.
Aldus mijn blog om mijn lezers te verrassen/te vervelen/te verbazen op de dag van 20 oktober 2016.
[1] Etienne Vermeersch over God, uitgeverij vrijdag, 142 p. [2] Richard Dawkins: ‘The God delusion’, a Black Swan bok, London, 2006.
|