Alles begint in de morgen, de ogenblikken dat de geest zich opent, dat het licht openwaait over de te sterk begrensde wereld waar je aanwezig bent: de kamer met de boeken en de tekeningen; met de geschriften die opgestapeld blijven en geen voldoende ruimte kennen. Je meet ze aan het boek dat je gisteren las en, ze verzinken.
Het wordt geen goede dag voor jou. Je kunt hoogstens evenaren wat je al schreef maar er niet meer boven uit stijgen, je tijd is voorbij. Maar ook je wilt niet machteloos toe zien, je wilt herhalen wat er al staat, opnieuw en opnieuw; verhalen in andere woorden en in andere omstandigheden, hopende, altijd hopende, want hoop is wat je nog overblijft maar dan hoop op wat je niet bereiken zult. Zo waar zwerft je uit vandaag, welke regionen zult je gaan opzoeken om er lange ogenblikken te verblijven, verstild in het woord dat je dagen vult, dat je leven is; je eiland waar je onderduikt omdat je er heer en meester bent, geen concurrentie is die je de loef afsteekt.
Zij rustig, hart van vele jaren, het licht heeft zich vastgezet en uit de duisternis van je geest ben je opgestaan om te zijn wat je altijd bent geweest, een man van het woord dat geschreven moet worden. Zo twijfel niet, laat je horen, zeg dat je sterk staat in wat je schrijft en dat je schrijft wat gehoord wil worden zonder al te veel fiorituren. Je bent maar een van de zovele die de realiteit der dingen ontvluchten willen en opstaan uit de massa om wat meer te zijn of wat minder onbekendheid te verwerven. Of je er in slaagt of niet het is een stelling die je ingenomen hebt en die je houden wilt.
Achteraf: het liefst van al zou je neerliggen willen, de ogen gesloten, luisteren naar wat Klara te bieden heeft, maar je wordt, zoals altijd opgejaagd als klein wild, jou wordt geen rust meer gegund, eens je begonnen bent kun je niet meer stoppen, moet je presteren. Zo, de vraag die je niet verlaat wie is het die zich openbaart achter de persoon die je bent?
In de voormiddag is er een bericht gekomen van een vriend die zijn werk heeft tentoongesteld. Een massa personen is er op af gekomen en heeft zijn hart verblijd. In het kleine dat hij dacht gemaakt te hebben is het grote opgestaan en heeft hij met allen die er waren, toegekeken op wat hij had verwezenlijkt. Zich afvragend hoe hij er toe gekomen was te zijn wie hij was en gewerkt te hebben, gehouwen en gebeiteld, geëffend en opgeblonken, het lang proces van het tot stand komen, van het bereiken wat hij niet dacht te kunnen bereiken.
Zo, zij rustig hart van vele jaren, wat jij nog bereiken kunt is jezelf verbazen met wat je nog te schrijven hebt vandaag en morgen en de dagen erna, als deze er nog zouden komen.
|