Je hebt, nu de merel zwijgt, nu zijn gezang voor altijd, je weet het, verdwenen is, resten je nog enkele meesjes die nu en dan een nootje komen halen uit het zakje nootjes dat is overgebleven in de rozelaar. Ze horen erbij zoals het gezang hoorde bij de merel.
Het zijn maar kleine dingen, maar zoals altijd wordt van kleine dingen verwacht dat ze rust, dat ze inzicht brengen, zoals de zeldzame hommel die de vorige dag ‘hommelde’ binnenin de kelk van het vingerhoedskruid dat ik heb zien opschieten uit de wintergrond, en er nu staat, fier en hoog. Maar dit alles zijn andere verhalen uit boeken die we maar niet genoeg kunnen lezen.
In de marge ervan, en voor mij enkel in de marge, zijn er de veelvuldige stakingen, de opgefokte misnoegdheid over alles en nog wat. We hebben, gelukkig, de leeftijd om er de ogen voor te sluiten en zeker niet uit te kijken naar de gekte in de beelden die vanavond zullen circuleren op tv.
Trouwens het is nog altijd het drama dat zich heeft afgespeeld in de tuin dat me bezig houdt, samen met de blog die ik te schrijven heb voor jullie, samen met mijn manuscript dat ik misschien toch als af mag zien, samen met een andere tekst die ik voort te brengen heb, samen met ‘iets’ dat ik schrijven wou over het ‘manneken’ hier, dat al enkele dagen ronddoolt in mijn gedachten.
(En ik specifieer, dat wat dit laatste aangaat, ik naar de reden zoeken wil waarom het leeuwtje, zinnebeeld van de met vlaggen zwaaiende Vlaming, opgeofferd werd aan het ‘Manneken’ in een ongepaste houding dan nog wel: humor of wraakneming? Wie zegt het ons.)
Maar in deze vreemde tijden dat de democratie, waar we zo prat op gaan, met de voeten getreden wordt: zij die betogen hadden toch bij de verkiezing hun stem afgestaan aan hun vertegenwoordigers, als deze niet doen wat ze wensen dat zou gedaan worden, dan hebben ze maar te wachten tot de volgende verkiezing om er andere aan te duiden. Ik had destijds heel wat meer reden dan zij om te staken.
Daarom keer ik terug naar mijn tuin en de Geschichte van het ‘manneken’, een geschiedenis die waard is opgefrist gebracht te worden. De gegevens en de namen gekend zijnde zou het ongepast zijn, deze voor altijd op te bergen en geen poging te doen om de keuze die gedaan werd, het leeuwtje te vervangen door het ‘manneken’, te verantwoorden. Stel je voor dat bij een volgende Ronde van Vlaanderen, vlagjes zouden rondgedeeld worden met een ‘mannekenpis’ erop, in plaats van een klauwend leeuwtje.
Mijn visie op tuin en de staking van misnoegden, krijgt aldus, ooit, diep op de achtergrond, vergeten en verlaten, het gezelschap van een klein gebeuren dat plaats vond in een van de ‘cleyne steden van Vlaenderen’, niet verder terug dan de XVde eeuw, toen er nog niet in massa werd afgezakt naar Brussel, naar dat andere ‘manneken’ dat er staat opgesteld.
Zeggen we ook nog, dat ondertussen, terwijl de staking loopt, teken van een stagnerende achterlijkheid, er door Europa, een nieuwe satelliet de ruimte wordt in gestuurd die het Amerikaanse gps-systeem vervangen moet.
|