Ik zoek nog altijd naar de perfecte tekst om te zeggen wat ik zeggen wil. Ik zou me kunnen tevreden stellen met het vooropstellen dat het Universum ‘is’; dat het geen statisch is maar een Universum dat leeft; dat het niets of niemand nodig heeft om al uitdeinend te groeien en wellicht ook, te groeien in de mens. Maar de mens in mij wil meer, wil weten vanwaar dit Universum komt en, nu we wetenschappelijk weten dat het een ontstaan heeft gekend: 1. hoe het is ontstaan en 2. dat er dus een ‘tijd’ is geweest dat het er niet was.
Ik denk dat het er was in potentie vóór het er was in realiteit, zoals het manuscript van Don Quijote in potentie aanwezig was in de geest van Cervantes; zoals mijn manuscript in potentie in mij aanwezig was. Want, waren beide manuscripten niet aanwezig geweest in potentie, hoe ook, ze waren nooit geschreven. Trouwens ieder van ons heeft een boek in zich, hoe dikwijls hoor ik niet: ‘ik zou er een boek kunnen over schrijven’.
Echter, wat heeft ons aangezet opdat deze potentiële aanwezigheid, zo bij Cervantes als bij mij, reëel zou worden? Enkel en alleen de ’wil’, om het potentiële om te zetten in realiteit. Pas ik dit toe op het Universum dan moet er, vóór het er was, een wil aanwezig geweest zijn opdat het komen zou. En er was een begin dus was er met zekerheid een wil, en als er een wil was dan was er Iets.
Als er Iets was dan was dit het minimaalste bouwsteentje en dan droeg dit in zich – stel je even voor - de kennis om te worden wat het worden moest: een Universum zoals we het vandaag kennen en geen ander. In dit geval kan er niet gesproken worden van een toevallig, maar wel van een ‘bewust’ gekozen Universum en waren van in den beginne alle noodzakelijk wetmatigheden – waar later de i-pod of i-phone zou uit voortvloeien – aanwezig, met in begrip van de mens.
Hiermede is voor mij, na drie pogingen, de kous af: het is uit het Woord, het is uit Tao, de enige bron waaruit een Universum zoals het onze kon ontstaan. Er is dus geen schepping geweest, er is een potentialiteit die realiteit is geworden, dit was ook het idee van Prigogine. En ik denk dat Spinoza dit ook zou gedacht hebben indien hij nu had geleefd. We leven dus binnen in het Woord, nergens anders.
Wie dit ontkennen wil, kan en mag. Ikzelf heb geen andere oplossing, kan er geen andere zien en heb er voorlopig geen nood aan een andere te gaan zoeken. Ik leef binnen in het Woord. Ik ben er een deel van. Dit is dan mijn religie, ze is kosmisch, ze is eeuwig, ik voel me er goed bij, heel goed zelfs. Dit ook is mijn gebed van deze nieuwe morgen.
|