Een lezer vroeg me wat ik in mijn vorige blog bedoelde met de zin: ‘alsof de groei van de geest in de mens fungeren zou als de groei van de geest in het Universum’.
Ik bedoelde hiermede, dat het Universum zelf niet meer geest had als de Neanderthaler er had, en dat de groei van de geest in de mens dus gelijk liep met de groei van de geest in het Universum. Wat dan betekenen zou – en heel wat denken dit – dat er geen andere geest in het Universum aanwezig is dan de geest van de mens; wat dan op zijn beurt betekent dat het Universum doet aan zelfcreatie, dat het groeit in volume en tezelfdertijd groeit in zelfkennis via de mens.
Maar in feite wou ik met mijn vorige blog en ook andere ervoor, komen tot een totaal ander beeld, namelijk dat het Universum ‘wil’ dat de mens stilaan en steeds beter en beter, ontdekt dat het Universum er ‘is’, wat het is en hoe het er is en ook, waarom het er is; dat het bezig is met aan de mens te schaven opdat deze beter en beter het Universum zou leren kennen. En waarom?
Omdat het Universum wil dat het gezien wordt zoals het is - althans volgens mij - zoals het beeld dat Spinoza er van heeft: één Algeheelheid van Zijn en Worden waarin de mens vervlochten ligt en is opgenomen.
Opdat de mens dit stadium ooit zou kunnen bereiken moet hij, geestelijk worden opgevoerd tot iemand die de totaliteit van wat is en wordt zou kunnen begrijpen. Het Universum leidt ons op, voert er ons naar toe.
Pas dan zullen we de echte naam kennen van het Universum, want iets anders is er niet.
Ik weet dat dit een zeer geladen tekst is. Ik heb hem kort gehouden, zoals ik al mijn blogs zou willen kort houden. Ik wil me specialiseren in dergelijke teksten, omdat het de enige zijn die waard zijn verspreid te worden. Jij als lezer doet er mee wat je wenst, je kunt hem terzijde laten, je kunt er over nadenken, het is maar een steen geworpen in de kikkerpoel. Voor mij was het een vreugde te komen tot wat deze enkele zinnen geworden zijn. Ze zijn de reden van mijn bestaan. Hoger kan ik moeilijk gaan en een beter beeld van datgene waarop ik ben afgestemd, kan ik moeilijk vinden.
Het ga je heel goed, waarde lezer.
|