Heb me vandaag totaal misrekend. Ik dacht een dag verder te zijn en ben dus begonnen mijn blog van 22 april te schrijven, hoe het komt wordt je morgen duidelijk. Maar ik zit nu voor de dag van nu, morgen 21 april zonder onderwerp om te schrijven.
Ik kan gaan bladeren in mijn dagboeken, of gaan kijken wat ik voor belangrijks geschreven heb in de jaren die voorafgaan. Maar dit is geen oplossing want ik ben begonnen met deze blogs te herzien en te bundelen, tenminste de belangrijkste erin, want ik stel vast dat ik heel wat heb dat ik niet had moeten publiceren; dat ik beter op zij had gehouden of voor goed geschrapt, wat niet altijd zo evident is, je giet geen pasgeboren tekst met het badwater zo maar weg. Je houdt hem nog voor een tijdje hopende dat hij je bij een volgende gelegenheid een ander, waardevoller beeld zal laten ontdekken.
Zo is een schrijver ingesteld. Een vroegere leraar leerde me dat je nooit iets moogt verwijderen dat je geschreven hebt, dat je alles moet bewaren; wat ik op twee tijdstippen in mijn leven, waar onder een korte tijd geleden, niet heb opgevolgd. Ik heb ergens geschreven over dat autodafé van mij, dat me nog altijd zwaar op de maag ligt, ook het eerste omdat ik toen een bundel gedichten heb verbrand of gescheurd die ik graag vandaag zou gelezen hebben om te weten waar ik ooit in mijn jonge jaren, als schrijver van gedichten gestaan heb.
Jeugdzonden noemt men dit, gelukkig heb ik een essay behouden over de ‘Elias’ van Gilliams, wat ik reeds vermeld heb, zeker in één blog. Een lezer herinnerde me eraan, een tijd geleden, hij had graag die tekst ingezien, ik beloofde hem dat ik hem zoeken zou en herwerken, maar ik heb tal van dergelijke werken op het getouw en voorlopig blijft een herwerking achterwege.
Ik denk nu aan Cervantes, waar ik het al over had en aan al wat hij te schrijven had in de laatste dagen van zijn leven, onder meer het tweede deel van zijn Don Quijote, dat een vrijbuiter reeds geschreven en gepubliceerd had, tot grote ontsteltenis van Cervantes. Maar het kwaad was geschied en het gefaket boek had een hoge vlucht genomen in het Spanje van die dagen. Het was ook de fout van Cervantes want na het succes van deel één, heeft hij tien jaar gewacht om het tweede deel te schrijven dat verscheen één jaar voor zijn overlijden. Hij stierf op 22 april.
Zo gaat het dan, teksten genoeg om te herkauwen keer op keer, en als er dan op dagen zoals deze, er een nieuwe tekst moet aan toegevoegd worden, hij mag dan nog slechts 500 woorden lang zijn, dan ken je moeilijkheden. Moeilijkheden die ondertussen zijn opgelost want ik zie dat ik de kaap van 500 aan het naderen ben.
Heb ik nu iets gezegd dat ik in de aanvang gedacht heb te zeggen? Neen, helemaal niets maar de tekst staat er en ik ben gelukkig dat ik hem kan inloggen om je er morgen mee te vergasten, verrassen is een ander woord dat ik niet wens te gebruiken hier.
Hartelijke groeten, beste lezer.
|