16 april
1. Voorgerecht dat ik jullie niet wou onthouden:
Het betreft het Eindexamen Filosofie aan de Katholieke Universiteit Leuven, afdeling Kortrijk (KULAK). Onderwerp: Maak een verhandeling, zo beknopt mogelijk die de drie volgende domeinen raakt: Godsdienst, Seksualiteit en Mysterie.
Eén juffrouw kreeg 20 op 20, haar antwoord:
Mijn God, ik ben zwanger. Maar van wie?
2. Manuscript nu het er is.
Al doe je alsof er niets verkeerd is, maar je bent veel lichaam geworden, het wijst je voortdurend, van bij het opstaan, aan de pijnen verspreid over voet en knie en rug en schouder, maar je leeft er verder mee. Je denkt zo lang mijn geest niet wordt aangetast is het een te aanvaarden kwaal, te wijten aan het ouder worden, wat je een halve troost is. De dokter vertelde je erover, maar je schrijft weg wat je niet horen wilt, alsof het peanuts waren geeft je het geen kans om zich op te dringen om je neer te leggen, zoals je een kussen neerlegt op een stoel of op een sofa, maar duidelijk is het je, het is de geest die je rechthoudt. Hij klaagt niet, integendeel hij kent nog volop zijn gezangen, zoals de merel vóór de zon opkomt, hij kent nog zijn hoge noten en zijn bassen en hij schrijft en blijft maar schrijven alsof er helemaal niets te gebeuren staat, alsof de dagen zich blijven openen zullen met brede banden licht, en wolken geladen met overmoed.
Uitdaging na uitdaging neem je aan, je versplintert ze in woorden om toch maar niet ten onder te gaan. Je hebt zelfs nog vooruitzichten, hoewel heel broos, ze zijn er nog, soms helder nog, soms donker met een pover winterlicht omhuld. Want je haalde, gebundeld in enkele kopieën, je manuscript binnen, je gaf het door aan twee vrienden, een Germanist en een poëet, je gaf het aan je echtgenote.
Het is de globaliteit van wat nog restte van jou, de virgin oil uit jou geperst en nu geproefd gaat worden door enkelen. Daarna is het aan het manuscript zelf dat moet overnemen wil het ooit in deze contreien de wereld verbazen, om te vertellen dat je er nog bent en vooral hoe je er nog bent, met gegrimeerde woorden, als zo iets zou bestaan, in leven gehouden
Je weet van velen dat ze gingen, van velen dat ze wachten om te gaan en jij, aan je klavier, maakt je klaar om hen te vergezellen, het dagboek al dicht geklapt, de pen een laatste maal met inkt gevuld, om mee te nemen, zoals Pessoa die op het allerlaatste ogenblik, zijn bril nog vroeg alvorens heen te gaan.
Dit is van alle wetmatigheden de lichtste uitkomst die er is om, niet opkijkend niet verlangend maar met een serene zekerheid omkranst, verbeidend het nieuwe leven dat je wacht om de hoek.
|