'A l’oeuvre donc, sache que le moment est venu pour toi de tailler dans le vif, étant admis que celui de la méditation l’ait précédé. Si jusqu’alors tu n’as remué que ton esprit, il faut maintenant que tu remues ta langue, il faut maintenant que tu remues ta main.Ceins-toi de ton glaive, de ce glaive de l’esprit qui est le verbe de Dieu.'
Deze woorden van Bernard de Clairvaux heb ik altijd gevoeld of willen voelen als ik schrijf. Ze staan geschreven op de eerste pagina van mijn dagboek en betekenen dat ik een groot deel van mijn leven heb gezien als een voorbereiding op het boek dat ik schrijf, dat dit mijn meditatie jaren waren en dat ik pas nu op het punt gekomen ben om gewapend met mijn pen, die het wapen is van de geest, te volbrengen wat ik me voorgenomen heb.
Er is moed toe nodig en geloof in mijn kunnen, het ene heb ik in voldoende mate, het andere is soms een twijfelgeval zoals vandaag om de eenvoudige reden dat ik in de greep ben van de griep. De griep die ik mijden moet als de pest. Je zult me dus moeten verontschuldigen voor deze blog die ik veel warmer en veel volumineuzer had gewild.
Het zijn van die toestanden die zich voordoen in het leven, gunstige en minder gunstige, vandaag is het een toestand die minder gunstig uitvalt voor mij. Toch heb ik een inspanning willen doen, wetende dat ik jullie moeilijk via deze weg besmetten kan.
Aldus deze woorden hopende dat het morgen beter gaat.
|