Genesis 3, 19
Zo zal je nimmer vooraf weten wat je hand zal schrijven als het woord er is van oude Bijbels op de tafel en van de stenen die je raapte, gebeeldhouwd door de winden en de regen.
En het nacht weer is, zo vlug de morgen weg geschoven, de deemstering gekomen, en in Jobs vergeelde woorden weer gelezen dat de adem van d’ Almachtige ons het leven gaf.
Al zegt ons niets of niemand ook met zekerheid wie die Almachtige is, een immanentie toch in ons gekomen, een lichtbron, een verheerlijking, oorsprong die bestemming is,
en zo geweten, al is het maar een fractie van een ogenblik, dat de eeuwigheid ons is toegemeten.
Kap dan, zoals je netels kapt, het stupide vers, ‘je bent uit stof en tot stof keer je terug’, uit Genesis weg, want het hoefde niet, voldoende is geweten dat dit lichaam sterven zal.
En ook als er gelezen moet, zo leerden ons Nothomb en Fabre d'Olivet,: ‘je bent uit geest en tot geest keer je terug’, en dit geloven we, al weten het zo weinig,
Het is het enige wat hier op aarde te onthouden is.
|