 |
|
 |
|
|
 |
06-12-2015 |
Het licht dat van alle tijden is. |
Het licht dat van de velden en de bossen is, dat van de zeeën is, dat van de bergen is, heeft een zelfde bron maar het is anders geladen, het heeft een verschillende klank, het houdt een andere belofte. Dat van de zeeën maakte me, in het verleden, soms dronken niet meer wetend waar te beginnen, dat van de bergen gaf me hoop op betering, gaf me vleugels, maar dat van de velden en de bossen was het licht van mijn ogen en van mijn groot vertrouwen.
Ik heb er in mijn leven heel wat zaken aan toegevoegd, wat tekeningen, neergezet op theedoekjes die het wel deden maar overbodig om er mee weg te wandelen op pelgrimstocht, zoals het hoorde in vroegere tijden, de heuvels op en af; in meer waren er ook de woorden die zich stapelden tot hoge hopen waar ik nu geen weg meer mee weet zodat ze opgesloten blijven in donkere schuren met zwevende deeltjes van stof en oud hooi in dunne banden licht uit de openingen tussen de pannen op zomerdagen.
Wat kan ik er nog aan toevoegen, hoe moet ik me gedragen, vogelnesten zoekend waar er geen kunnen zijn, of ontijdig af te sluiten omdat geen voldoende woorden meer om verder te gaan.
Zo is elke dag een zoektocht naar wat nog niet is, en als het er is, even vlug als het gekomen is, verdwijnen zal, opgelost zoals wolken vervoering die ons zijn bijgebleven voor een tijd, zoals alles maar geldig is voor een korte periode misschien, met uitzondering van wat men liefde noemt die een lifetime duren kan eens ze is open gebloeid.
En is elke dag een zoektocht, het is ook een ontdekking soms van een goudschat in een vergane schoener onder hoge zeeën en, soms wat minder, een zin, een simpele zin die als een steigerend paard de dageraad doorboort als je opstaat in de morgen en de zin bindt aan Sirius, de ster die je geluk brengen zal verder op de dag, als je een pagina waar je naar opkijken zult eens vastgeschroefd op oude bladen Steinbachpapier, vergeeld tot in de naden, zult geschreven hebben met de Remington die je terughaalde uit de dagen van je jeugd, onder de appelaar gezeten aan een leien tafel, in de lommer van de zomer en de letters diep, en licht met een teveel aan inkt omringd. Zoals het vroeger bestond als je schrijven ging wat je anders niet kwijt zou geraken.
Je hebt het niet genoeg gedaan, je had met je Remington boeken moeten schrijven, in de kamer van het oude huis dat afbrokkelde in de diepte van de haard, ruikend naar eikenhout en naar rozen - sentavano di rovere e di rose - zoals in dat antico inverno-gedicht van Salvatore Quasimodo - dat je meedraagt met jou en boven haalt op grote momenten zoals deze die van het schrijven zijn in een oude chalet in Grimentz, waar je jezelf verloor op valavonden als het laatste licht nog even dralen ging, als van vloeiend zilver, boven de kam van de berg in het westen en de haard werd aangestoken en waar je zitten bleef voor de vlammen tot laat in de nacht om te horen vertellen toen van vrienden van jouw ouderdom van nu, hoe het vroeger was en het brood, hard als steen, gehakt werd met de bijl en gedrenkt in half vergane wijn. Wat helemaal van het leven was in die dagen, ver in de tijd.
Maar wat kan hier nog worden aan toegevoegd?
|
|
|
 |
Reacties op bericht (0)
|