Ik had aan mijn blog van enkel dagen terug, ook de verwittiging kunnen toevoegen die de Algeriaanse schrijver, Kamel Daoud, naar aanleiding van zijn roman - vervolg op L’Etranger’ van Albert Camus – richt tot Europa, namelijk dat het Westen de strijd tegen IS aan het verliezen is én, dat het Westen zich tegenover de Islamitische staat gedraagt zoals de Europese landen in de jaren dertig zich gedroegen tegenover het nazisme.
Hebben we er een boodschap aan, en is de Islam een te mijden kwaal? Ik hoop het voor de boodschap, maar ik betwijfel ten sterkste dat we er een boodschap aan hebben, want ondertussen hoor ik weinig stemmen opgaan, toch niet op de VRT, toch niet uitgaande van onze machthebbers. Terwijl verwacht wordt dat er een beweging zou op gang komen, al was het maar om aan de steun die hier gegeven wordt aan de vluchteling-inwijkeling, een verwittiging te koppelen, dat hier het grondgebied betreden wordt van een beschaving die diametraal staat tegenover deze die ze gevlucht zijn, en dat ze zich hier en nu, te richten en te plooien hebben naar onze waarden, zo niet dat ze hier absoluut niet welgekomen zijn.
Trouwens als ik zie wie hier binnenkomt dan stel ik vast dat het grootste deel ervan jonge mannen zijn die het front, dat ze zelf in beweging hebben gezet, ontvluchten om hier, ja wàt te bereiken? In welke mate zijn ze niet – en in feite zijn ze het wel – de voorpost die de bestaande, hier gevestigde posten, komt aanvullen.
Persoonlijk denk ik dat Staatssecretaris Theo Franken deze mening deelt maar dat hij niet de minste beweging krijgt van deze verdomde – letterlijk te nemen – politiekers in dit land. Wij echter, ten volle bewust van het dreigende gevaar dat boven het hoofd van onze kleinkinderen hangt, kijken toe en ondergaan.
Ik schrijf dit in de morgen, aldus bewaarheid ik eens te meer dat morgengedachten strakker zijn dan deze die opwellen als de schemer valt. En eens ze er staan zijn ze niet meer te verwijderen, niet meer te verdoezelen noch te minimaliseren. De feiten zijn er, de fatwa hangt over het Westen, zoals hij (of zij of het) de schrijver Kamel Daoud en zijn boek ‘Meursault, contre-enquête’[1] - het boek een schreeuw om vrijheid, o.m. tegenover God – belaagt. Persoonlijk denk ik dat het voor een Arabier heel wat moed vergt om te schrijven – en ik citeer uit het interview in De Morgen van 14 oktober – ‘De religie is voor mij een vorm van openbaar vervoer die ik niet neem. Ik houd ervan om naar God te gaan, maar te voet, niet met een georganiseerde reis’. Het boek kostte hem een fatwa van een salafistische imam.
En als betrokken Algeriaan die de invloed van de radicale islam voelt groeien, weet hij beter dan wie ook dat: ‘Islamisten proberen niet meer de macht te grijpen, maar dringen steeds dieper de samenleving in. Ze beheersen scholen, moskeeën, media, ze sporen mensen aan om op ‘juiste’ wijze gekleed te gaan… Islamitische boeken worden gratis verspreid. We zijn de strijd aan het verliezen. Zelfs in het Westen bent u de strijd aan het verliezen’.
IJdele woorden, forget it.
[1] Kamel Daoud: Moussa, of de dood van een Arabier’ ED. Ambo/Anthos, 150 p. vertaling Manik Sarkar.
|