(Teruggehaald uit mijn dagboek van november 2010).
We stonden naast elkaar, kijkend naar de eenden en de meerkoeten die lijnen trokken op het water van de Leie. En breed uitgetekend voor ons, het vertrouwde landschap van de Latemse schilders. Het was toen dat Paul Verm. me sprak over het boek van de gebroeders Bogdanov, ‘le Visage de Dieu’. Ik kende het boek niet hoewel de naam Bogdanov me niet vreemd was. Paul had het boek uitgeleend aan een vriend maar hij zou het me bezorgen, want, zegde hij, het is een boek dat je lezen moet, ik weet dat het je interesseren zal.
De naam Bogdanov bleef hangen in mijn geest en dan herinnerde ik me hun eerste boek, ‘Dieu et la Science’[1], dat ik kocht op 10 december 1991, maar het stond in mijn boekenrek niet op hun naam geklasseerd wel op naam van Jean Guitton de l’Académie Française.
In meer vond ik de naam Bogdanov terug in een artikel in Le Monde[2] dat ik met andere knipsels had bewaard. De tekst was van de hand van Hervé Morin en handelde over de reactie van de tweeling Grichka en Igor Bogdanov, op de kritiek van le Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS) die er van uitging dat de thesissen van de Bogdanovs geen enkele wetenschappelijke waarde hadden en dat de doctors titel hen ten onrechte werd toegekend, gezien hun werk als ‘très insuffisant’ geëvalueerd werd. De Bogdanovs hadden hierop gereageerd door de CNRS te bestempelen als ‘Stasi scientifique’.
Hun poging tot het verwerven van een universitaire titel viel samen met de publicatie van ‘Dieu et la Science’, het resultaat van een lang gesprek van Jean Guitton - ‘un des plus éminents philosophes chrétiens du XXe siècle’- met de twee Bogdanovs, die op het couvert van het boek, door de uitgever aangekondigd werden als ‘tous deux docteurs en astrophysique et en physique théorique’.
Het metafysische overheerst in dit onderhoud. De stelling van Guitton en Co komt erop neer het bestaan van God te bewijzen niet aan de hand van de Bijbel maar aan de hand van de wetenschap, zo leert ons Jean Guitton:
Le plus grand message de la physique théorique des dix dernières années tient au fait qu’elle a su déceler la perfection à l’origine de l’univers : un océan d’énergie infinie. Et ce, que les physiciens désignent sous le nom de symétrie parfaite a pour moi un autre nom: énigmatique, infiniment mystérieux, tout-puissant, originel, créateur et parfait. Je n’ose le nommer, car tout nom est imparfait pour désigner l’Être sans ressemblance[3].
Dit is ook mijn paradigma, om deze reden heb ik altijd Jean Guitton verdedigd. Ik vind trouwens dat de fysica van vandaag maar al te veel raakvlakken heeft met de metafysica opdat ik er een andere stelling zou op nahouden. Het is wellicht ook deze stellingname die aan de basis ligt van het tweede boek van de Bogdanovs – het boek waar Paul het over had - ‘le Visage de Dieu’.
Volgens Hervé Morin van het artikel in Le Monde zou het de astrofysicus George Smoot (Nobelprijs 2006) geweest zijn die deze uitdrukking gebruikte om de beelden te kwalificeren, genomen door de Cobe-satelliet in 1992, zijnde deze van het Universum, amper 380.000 jaar na de Big Bang. Toen hij die beelden te zien kreeg zou George Smoot gezegd hebben ‘si vous êtes religieux c’est comme voir Dieu’.
Ook de gebroeders Bogdanov spreken over ‘le visage de Dieu’. Smoot zou zich hierdoor bedrogen gevoeld hebben omdat hij aldus gebruikt werd ‘comme caution scientifique par les deux frères pour promouvoir des idées spirituelles et religieuses’.
Ik wil er niet verder over uitweiden, maar toen ik jaren geleden in de National Geographic[4], de beelden zag van de Orion Nevel waar zich volgens de auteur een nieuwe Galaxy aan het vormen was, heb ik ook – het was in 1995 - in mijn dagboek geschreven dat dit het beeld van God was. Ik had George Smoot niet nodig om deze uitspraak te doen, de foto was klaar en duidelijk voor de geest en de ingesteldheid van mij, om er door getroffen te worden, het beeld was zo verrassend dat het enkel kon verklaard worden met het woord God, het woord dat symbool staat voor de totaliteit aan energieën (gematerialiseerde of niet) in de Kosmos.
[1] Jean Guiton, Grichka Bogdanov, Igor Bogdanov: ‘Dieu et la Science’, Editions Grasset & Fasquelle, 1991. [2] 29 oktober 2010. [3] Pagina 56
[4] Het artikel waarop ik me baseerde om te zeggen dat het ‘het beeld van God’ was dat ik zag, komt uit het nummer van december 1995. De auteur ervan is James Reston Jr, en de titel ‘Where stars are born’. Bekeken met de Hubble telescoop wordt een grijs vlekje in de Orion nevel, ‘a star factory and what our solar system looked like in its infancy’.
|