Mijn blog is a struggle, is een vreugde, is een noodzaak en een veelvraat Ik ben een lezer van mezelf. Ik verplicht me, binnen de grenzen van mijn wereld te blijven, met als gevolg, ik verleer het lezen van boeken. ‘Godenslaap’ van Erwin Mortier neem ik nu al dagen mee met mij, van mijn kamer beneden naar mijn kamer boven, ik open hem amper omdat ik op elk uur van de dag, als van de nacht als ik wakker ben, geconfronteerd wordt, én met wat ik te schrijven heb, én eens dit gedaan, ik bezig ben met de teksten die ik vroeger schreef te herzien. Ik kom niet meer los uit mijn eigen wereld hoe zou ik nog kunnen binnendringen in de wereld van een boek.
Is het een excuus dat ik zoek, voor mijn ‘luiheid’ niet de nodige inspanning te doen, of is het een vorm van egocentrisme, van eigenliefde, met een gewaagde minachting voor wat anderen schreven?
Neen, en dit laatste zeker niet. Erwin Mortier verrast me telkens ik enkele pagina’s lees. Ik heb wel geen zicht op waar hij heen wil en hoe hij er heen gaat, maar literair gezien is het zeer hoogstaand wat hij schrijft, is zijn taal, verbazend en verwonderlijk maar, zoals het vroeger wel gebeurde, kom ik er nu niet meer toe op te gaan in een boek, het te ‘verslinden’, en dan zeker niet zoals ik het deed, in die verre jeugd van mij, toen ik er zelfs toe kwam me te gaan verstoppen, niet alleen op de hooischelf, op een plaats die ik niet noem, zelfs tot in het korenveld, het boek bestoven met stuifmeel dat nu nog aan de vergeelde bladen van bepaalde boeken in de onderste rekken van mijn boekenkast kleeft, zoals er zinnen en personages uit die boeken –Jules Verne, Karl May, Ernest Claes - als stuifmeel zijn blijven hangen in mijn herinneren, waar ik ze regelmatig ontmoet als ik even terugzink in de knaap die ik was, zelfs in de persoon die ik werd en die ik thans ben; evenveel als wat ik opdeed aan gedachten bij schrijvers als Gilliams en Streuvels, als Solzhenitsyn, als Vassili Grossman, als Daudet, Bernanos, Sartre, noem maar op, Vittorini, om toch Dante niet te vergeten, noch T.S.Eliot, noch Mulisch noch honderd anderen, maar er zijn er duizend en meer nog die ik niet las en dit weet ik met grote zekerheid. Dit is mijn zwak punt. Ik ben op een bepaald punt in mijn leven, afgedaald in mezelf en ben er verdwaald in een wereld waar ik moeilijk nog van los kom.
Ik verwijt het me maar dit verwijt helpt me niet en zal me niet veranderen. Ik zal het moeten blijven stellen met enkele uitzonderingen, een Hertmans, een Houellebecq, een Barnes en verder wat geblader in boeken die ik, zoals ik zegde, meeneem van boven naar beneden en van beneden naar boven en daarna terug draag naar de bibliotheek waar ik ze ontleende. Tussendoor evenwel, een blog schrijvend, en eens deze geschreven, denkend, terwijl ik begaan ben met andere zaken, met andere teksten, aan wat ik zal schrijven voor de daarop volgende, een etmaal later. Elke dag van de week als van de maand.
Ondanks, zegt de Ecclesiasticus, dat er niets nieuws is onder de zon.
|