Regen en wind, nacht die meer is dan nacht én dan mijn PC[1], die me overhoop halen terwijl ik, in Exodus 10 : 22 en 23 van mijn King James’ versie van de Bijbel ga lezen:
And Moses stretched forth his hand towards heaven ; and there was a thick darkness in all the Land of Egypt three days. They saw not one another, neither rose any from his place for three days.
Een duisternis die drie dagen aanhield zo, dat niemand zich verplaatsen kon en dat allemaal omdat the Lord aan Mozes gezegd had: stretch out thine hand toward heaven, that there may be darkness over the Land of Egypt, even darkness which may be felt.
Als, er geen duisternis zou geweest zijn die drie dagen aanhield én de Egyptenaren én de Israëlieten trof, waarom zou dan een dergelijk fenomenaal gebeuren opgetekend staan in het Boek der Boeken?
Immanuel Velikovsky die me achtervolgen blijft, en een echo van deze gebeurtenissen vond in de Ipuwer-papyrus, bewaard in Leiden, interpreteert deze feiten, samen met andere, (de tien plagen van Egypte) als veroorzaakt door een enorme catastrofe die Egypte rond 1500 vóór Chr. getroffen heeft. Tenware men geloven zou – de aarde het centrum zijnde van het Universum - in een God, zoals Mozes ons deze voorhoudt, en zijn volk het uitverkoren volk. Toen was een God die sprak, handelend optrad en strafte, een God die juist boven je hoofd aanwezig was nog te begrijpen, te aanvaarden, te aanbidden, thans, in de tijd van Capra en Bohm en Bohr en Heisenberg en tal van anderen, is een dergelijke God ondenkbaar geworden.
Vandaag zijn we als Higgs-deeltje, als Z’-deeltje, in God en in zijn Universum gewikkeld. Hij omkranst ons. Hij houdt ons als denkend wezen in leven. Hij heeft geen nood aan woorden, Hij is het Woord.
Al is het gebruik van dergelijke taal over God, in deze laatste paragraaf, een ongewoon en vreemd iets in een koude, beangstigende, op sensatie gerichte mediawereld waar onze kleinkinderen en in mijn geval zeker mijn achterkleinkinderen in opgroeien. Deze zullen evenwel de laatste paragraaf van mijn blog pas te lezen krijgen als ik zal vertrokken zijn naar andere oorden.
[1] Op het ogenblik dat ik, het was na middernacht, deze tekst wou inloggen op datum van 30 maart, verdween hij door een speling van het lot – wellicht een onhandigheid of onoplettendheid van mezelf - van mijn scherm en heb ik hem, na voor die datum een andere tekst van 2010 te hebben teruggehaald en herwerkt, vanmorgen herschreven en ingelogd op datum van 31 maart.
|