Heuglijk of niet, te bewaren of niet, het is de laatste dag van de tweede maand van het jaar 2015 die ik ga inkleuren om simpelweg te zeggen, denkend aan Jan Smets die morgen Gouverneur van de Nationale Bank van België wordt dat Central bank-bankier zijn een angstwekkend beroep is in deze dagen. Monetaire wapens waarover de Bank, binnen het grondgebied van de nationale munt destijds beschikte, als daar waren, controle van de waarde van de munt, van de intrestvoet op korte termijn, van het volume van de geldcirculatie zijn, nu de Bank opgenomen is (en verzwolgen) in één Europese Centrale Bank, op het eigen territorium, niet meer beschikbaar. Dit territorium valt nu ten prooi aan de golfbewegingen hopelijk geen Kondratiev-bewegingen komende uit de Eurozone, en is de Bank, in haar eigen doen en laten, onderworpen aan de voor de Eurozone genomen beslissingen uitgaande van de ECB waarbij elke, vroeger bestaande mogelijkheid als central banker, wordt uitgedoofd.
Dit wat ik te zeggen heb, van uit mijn blog gelezen elke dag door een twintigtal lezers, aan Jan Smets, die ik alles in acht genomen - een vriend durf noemen. Wat echter zeker niet belet dat ik hem, uit ganser harte alle succes en alle gemoedsrust toewens, ook de vreugde te doen wat hij zeker goed zal doen.
Ik luisterde gisteren naar zijn uiteenzetting, schitterend, zoals hij is, over zijn beschouwingen naar aanleiding van het verslag 2014 van de Nationale Bank van België, en dit te Gent, de stad die hem en mij nauw aan het hart ligt. Ik ga niet herhalen wat hij gezegd heeft, enkel aan zijn uiteenzetting een paar randbemerkingen toevoegen.
Een eerste betreft de Openbare Schuld van de Landen van de Eurozone.
Het jaarverslag 2014 van de NBB publiceert hierover een veelzeggende Tabel. Belangrijk hierbij is dat we cijfers krijgen, én van de gezamenlijke Openbare Schuld van de landen van de Eurozone, uitgedrukt in % van het bruto binnenlands product - het bbp - én van elk land afzonderlijk. We weten dat de toename van de globale openbare schuld t.o.v. het globale bbp van de Eurozone zich heeft geaccentueerd sedert het begin van de Euro in 2002. Schijnbaar ik zeg wel schijnbaar - pas in 2010 werd dit een zorg voor de ECB en de Europarlementsleden. Want in 2010 pas, toen het duidelijk werd dat het percentage Openbare Schuld/bbp, op weg was om de kaap van 100% te bereiken, zijn de Europese leiders wakker geschoten en zijn ze gaan kijken waar de oorzaak lag van deze stijging, om tot hun ontsteltenis (!, ?) vast te stellen dat Griekenland met zijn 160% en Italië met zijn 120%, een zeer gevaarlijke zone waren ingegaan, ook Ierland, Portugal en Spanje hadden de 100% overschreden en België stond op het punt deze landen te vervoegen. Ondanks alle pogingen die, pas van dan af, gedaan werden om de stijging in te dijken of dan toch minstens te vertragen, is de toestand er allesbehalve op verbeterd. Voor alle Eurolanden samen, evolueerde de Openbare Schuld t.o.v. het bbp, van 62 % in 2007, tot 88% in 2011, tot 90.8 % in 2012, tot 93.1 % in 2013 om per einde 2014 op te klimmen tot 94.5% - ik ben niet de cijfers gaan opzoeken waar de lat lag bij het ontstaan van de Euro, maar ik vermoed dat dit rond de 45 à 50 % lag. De door de ziekte meest getroffen Eurolanden, zijn per einde 2014 : Griekenland 175.5, Italië 132.2, Portugal 127.7, Ierland 110.5, Cyprus 107.5 en, België 106.5.
Voor een beeld naar de toekomst, wijzen de negatieve inflatie die we thans kennen en de weinig beloftevolle vooruitzichten wat de economische groei betreft helemaal niet in de richting van een verbetering van de toestand wat de evolutie van de Openbare Schuld/bbp betreft, integendeel. Maar er wordt aan gewerkt om de banken meer liquide middelen ter beschikking te stellen, in de hoop dat hiervan gebruik zal worden gemaakt om de economie meer zuurstof te geven en vers leven in te blazen. Echter heel groot is die hoop niet, de NBB verwacht dat de economische groei van de totale Eurozone, die 0,8 bedroeg in 2014, voor 2015 en 2016 amper stijgen zal tot respectievelijk, 1,0 en (hopelijk) tot 1,5. Of hierdoor de inflatie oplopen zal tot de gewenste 2,0 %, en voorkomen zal worden dat het schuldratio niet verder zal stijgen valt af te wachten, het huidige ondernemersvertrouwen wijst in elk geval niet in de goede richting.
Ik laat deze cijfers voor wat ze zijn, en ook de economische en financiële toestand, maar als ik terugblik, vooral dan naar de evolutie van 2007 tot 2011, dan wil ik er toch op wijzen dat de goed betaalde verantwoordelijken van Europa en ook de ECB veel te laat hebben gereageerd op de evolutie die te lezen was in de toename van de globale openbare schuld van de Eurolanden en dat hun reactie, als beschermer van het Eurogebied, veel vroeger, en zeker in 2007 had moeten komen en niet in 2010/2011 als het te laat was. Er bestaat hiervoor, mijne Europese Heren, een term: schuldig verzuim.
Een tweede aspect dat ik er aan toevoegen wou is het aspect central bankpolicy of de poging waarover hoger sprake is, en die er op gericht is de banken meer zuurstof, meer liquide middelen te verschaffen. Ik hoorde aldus, dat begin 2015 door de ECB een programma werd opgestart - een aanvulling van het programma 2014 voor de aankoop van ABS en gedekte obligaties nu voor de aankoop van obligaties die zijn uitgegeven door overheden van het eurogebied, door agentschappen en Europese instellingen. Deze aankopen starten morgen en zullen in totaal 60 miljard per maand bedragen en dit, indien nodig tot eind september 2016 en in elk geval, tot de Raad van Bestuur van de ECB een duurzame verandering ziet in het beloop van de inflatie die in overeenstemming is met zijn doelstellingen. (Aldus het Verslag van de NBB over 2014, pag.77). Dit betekent dat, wat de ECB betreft de waarden die ze in portefeuille gaat nemen, in ruil voor de liquiditeiten in de markt, van een mindere kwaliteit beter ware meer risicovolle kwaliteit - zullen zijn dan deze aangekocht in 2014.
Il fut un temps, en dan denk ik aan mijn (gelukkige) tijd in de NBB, dat de Directie van de Bank uiterst kieskeurig was voor wat betrof de waarden die ze, in tegenpartij voor de door haar uitgegeven biljetten, aanhield. Toen stond er op de NBB-bankbiljetten nog vermeld dat ze betaalbaar waren op zicht. Wat ook de zin van de betaalbaarheid op zicht betekende, het kon, de Bank was bij machte die belofte te vervullen. Deze eigenschap van het bankbiljet in omloop, deze terugbetaalbaarheid staat vandaag niet meer vermeld op de ECB-Eurobiljetten, de ECB kan zich dus permitteren minder waardevol papier in tegenpartij van haar biljetten in omloop, aan te houden.
Is het een of ander teken aan de wand?
|