Op 4 november 1993, kocht ik in London, in de Worlds greatest bookshop W&G Foyle ltd, 113-119 Charing Crossroad, London WC2HOEB, van Yehuda Amichai zijn Selected Poems, translated by Chana Bloch and Stephen, voor de prijs van 5,99£. Waarom vermeld ik dit? Ik vond het eigenaardig, bij het openen van het boekje, het kasticket er in gekleefd terug te vinden. Meer was er niet, maar met die fameuze zin van Saramago die van de aarde is nog in mijn hoofd begin ik te lezen waar het openvalt en waar ik, onvermijdelijk zoals het altijd gebeurt, val op de naam God, een naam die me vervolgen blijft. Hoor wat Yehuda Amichai er over wist te vertellen:
And on Sabbath eve they sewed my handkerchief to the corner of my pants pocket so that I wouldnt sin by carrying it on the Sabbath. And on holy-days kohanim[1] blessed me from inside the white caves of their prayer-shawls, with fingers twisted like epileptics. I looked at them and God didnt thunder: and since then his thunder has grown more and more remote and become a huge silence
God becoming a huge silence, een grote ijzige stilte, geen woord meer dat over zijn lippen komt, geen hand meer die wordt uitgestoken, ondanks ons uitkijken naar hem tot achter de horizont. Na Steven Hawking van enkele dagen terug op Canvas, en zijn moment waarop de tijd ontstond of ontsprong, wat Georges Lemaître de Big Bang noemde, is het ook niet het moment van het ontstaan van God geweest of het ontstaan van de materialiteit van God eigenlijk moeten hier misschien wel negenennegentig vraagtekens komen - ? De mens en de poëzie van Yehuda Amichai, de spirituele geladenheid van zijn lang gedicht Travels of the last Benjamin of Tudela. En dan vooral de grootheid van de mens in zijn conversatie met de ijzige stilte van God. De poëzie, het gesprek met Zijn stilte, onze wandeling in Zijn stilte. Niet de stilte van Saramagos grafschrift die een negatieve stilte is, maar een stilte die een belofte inhoudt, een belofte waar we blijvend naar zoeken. En Amicha:
Death is not sleep but gaping eyes, the whole body Gaping with eyes since there is not enough space in the narrow world.
[1] Descendants of the priestly families.
|