Dit waren zijn gedachten gisteren, maar zoals de luchten zich wijzigen van lichtend naar overtrokken en grijs, zo wisselt zich zijn gemoed als de problemen van de dag zich vroeg in de morgen aanmelden. Waar is dan zijn 'Ceilidh place', the place of happiness de naam van het hotel in Ullapool, waar hij ooit met enkele vrienden verbleef - waar is dan zijn klim met John naar de Bella Tola, waar zijn zorgeloosheid, zijn vsie op mens en kosmos, zijn innerlijke vrede?
Als de avond valt weet hij dat hij, tussendoor, altijd is blijven zoeken om een antwoord te formuleren op de vraag van John. Maar de eerste zin komt niet. Wel het begin van een zin uit een gedicht van Poeskin; zing zwaluw, zing, / zing mijn hart tot rust. Hij kon John schrijven dat zijn brief gekomen was lijk een zwaluw in de lente, totaal onverwacht, maar het bleef bij die gedachte omdat hij ook niet wist waarom er een Universum is. En nu het er is, het alle schijn heeft dat het er is omwille van de mens, de homo sapiens, omdat de mens in het Universum een belangrijk, zo niet het belangrijkste deel ervan is omdat, indien de mens er niet zou zijn, het Universum geen enkele reden tot bestaan zou hebben. Het zou er eenzaam en verlaten bij gelegen hebben zoals de strook grond enkele kilometers breed tussen Noord- en Zuid-Korea. En wat meer is, het is door de geest het weten en het kennen - dat mens en Universum onafscheidelijk verbonden zijn met elkaar.
Dit was zijn dag geweest, onbeslist maar met een blog die hij te schrijven had, liefst voor middernacht. En er was een begin van redding geweest. In de namiddag, zittend voor de rijen boeken was zijn oog gevallen op het bijna uiteengevallen boek van Louis Charpentier Le Mystère de la Cathédrale de Chartres[1]. Waarom haalt men een boek uit zijn rek, waarom, achteloos zoals altijd, blader je erin en blijf je hangen bij een zin die je al zo dikwijls moet gelezen hebben:
Le vitrail gothique, toujours expliqué, toujours inexplicable qui durera le temps du gothique vrai. Waarvan het effect niet zo zeer komt van de kleur van het glas maar van een bepaalde niet analiseerbare eigenschap én van het glas én van de kleur, want schrijft Charpentiernog: het glas schijnt niet zo zeer te reageren op het licht, maar schijnt eerder zelf een glas te zijn dat niet zo zeer het licht doorlaat, maar zelf het licht is. Vitrail et gothique vrai, sont inséparables et comme le gothique vrai, le vitrail est un produit de haute science. Le vitrail est un produit de lalchimie.
Hij herinnert zich ooit gelezen te hebben dat Suger, de abt van Saint-Denis, bij Parijs nu een fief van de Islam - edelstenen had laten vermorzelen tot stof, om in te brengen in het glas van de kerkramen, Het kan dus dat de glasblazer van Chartres dit geweten heeft en het procédé gevolgd heeft.
Zo, vriend lezer, wat is dit blog van hem anders dan zijn tocht langs de wegen van de geest, de wegen van bezieling van zovelen die hem in vervoering brengen met hun gedachten, hun bevindingen en hem gelukkig maken als de rust in hem is weergekeerd. En zijn dankbaarheid is groot voor het immens creatieve van zijn broeders in de geest, want ook hij voelt zich glasblazer en kathedraalbouwer, ook hij wil compagnon zijn van zij die door hun ingesteldheid, door hun poëtische verworvenheid nog steeds aanwezig zijn onder ons, aanwezig in glasramen die licht uitstralen, of hun creativiteit gevat in een materie die lichtend is, zoals de poëzie het licht uitstraalt van de geest, het woord dat levend is zoals het glas dat levend is.
[1] Louis Charpentier: Les Mystères de la Cathédrale de Chartres, Robert Laffont, 1964
|