Ik weet dat ik in mijn dagboeken, evenmin als in mijn blogs, niet moet gaan zoeken naar wat ik op een bepaalde dag in het verleden heb gedaan, wel zal ik vinden welke boeken ik las of met welke gedachten ik rondliep. Zo dacht ik vandaag aan het kort gesprek dat ik had met een vriend in verband met de ligging van het fameuze land van Punt, waar koningin Hatsepsut heen reisde en deze reis zo belangrijk vond - een hoogtepunt in haar regeren - dat ze een tempel oprichten liet die zo werd geconcipieerd met een lange allee die er naar toe leidde, dat het verhaal van deze reis uitgebeiteld kon worden in het voorste gedeelte ervan. Ik beloofde hem hierover een blog te schrijven omdat ik wist dat ik het verhaal vinden kon in Ages in Chaos[1] van Immanuel Velikovsky. Een boek dat na heel wat verwikkelingen gepubliceerd werd in 1953, en in 1977 aan zijn 10de herdruk toe was, het exemplaar dat ik bezit. In dit werk komt Velikovsky met een theorie voor de dag die stelt dat er een gap is van vijf à zes eeuwen in de Egyptische Chronologie. Weinig zijn zij die deze stellingname toetreden[2]. Maar ik persoonlijk vind dat er een grote graad van waarheid in schuilt. Nu men moet het boek gelezen hebben om hem het nodige credit te geven. Want luisteren naar zij die Velikovsky afbreken, voortgaande op wat anderen erover zeggen of schrijven, is maar al te gemakkelijk.
Velikovskys theorie steunt op één verifieerbaar element. Hij beweert dat de tempel van Solomon die, volgens de Bijbel leeg gehaald werd door Shishak, de Egyptische Farao, traditioneel vereenzelvigd met Sheshonk I, in feite geplunderd werd door Tutmoses III, de opvolger van Hatsepsut, want zegt hij en dit is het enige maar dan ook, indien juist, onweerlegbare bewijs - de buit die afgebeeld staat op de muren van de Tempel van Tutmoses III, komt uit het Paleis en de Tempel van Solomon. Hij stelt dit voorop aan de hand van de op de muur van de tempel afgebeelde gebruiksvoorwerpen van deze buit, o.m. vazen, altaren, tafels, die Tutmoses III, na zijn verovering van Palestina liet beitelen op de muur van zijn Tempel in Karnak. Velikovsky komt tot de uiterst vreemde bevinding dat deze tekeningen een exacte weergave zijn van de voorwerpen die voorkomen in de boeken van de Bijbel, I Koningen en II Chronyken. Hij besluit hieruit dat het Tutmoses III is geweest die de tempel en het paleis van Solomon heeft geplunderd. In zijn Ages in Chaos schrijft Velikovsky hier uitgebreid over en publiceert hij ook een foto van de muur samen met een tekening ervan. Wat volgens hem betekent, dat de Shishak van de Bijbel niet Sheshonk I was maar Tutmoses III en dat deze laatste niet leefde in de 15de eeuw maar, zoals Solomon, in de 10de eeuw voor Chr. Dit met alle gevolgen wat de Egyptische traditionele chronologie betreft.
Ik zocht destijds in mijn Baedeckers Egypt van 1929 én naar de beschrijving van de tempel van Tutmoses III én van deze van Sheshonk I, maar nergens vond ik, in deze zeer gedetailleerde reisgids van Baedecker, ook maar enige beschrijving van een dergelijke muur. Ik zal me wel niet meer verplaatsen naar Karnak, die gelegenheid heb ik gehad maar toen ik er was, jaren geleden, beweerde de gidse wel die muur te kennen maar vond het onnodig er langs te gaan, wat me ontgoochelde. Conclusie voor mij: ik heb vertrouwen in Velikovsky wat de tekeningen op de muur van de tempel betreffen. Maar of het de muur van de tempel van Toutmoses III is heb ik niet kunnen achterhalen. Er blijft dus een (lichte) twijfel hangen.
Uiteindelijk blijft het een probleem dat mij en vele anderen bezig houdt. Want als Tutmoses III de tempel van Solomon heeft geplunderd dan was het Hathsepsut, die als de Koningin van Saba vermeld staat in de Bijbel, die een bezoek bracht aan koning Solomon en dan was het land van Punt dat door Hathsepsut werd bezocht, Palestina.
En dan ook niet, want een zekere Kamal Salibi, , beweert in zijn boek, La Bible est née en Arabie, en ik heb heel wat redenen om hem te geloven, dat de geschiedenis van Israël, zoals verhaald in Genesis en Exodus zich heeft afgespeeld in Arabië. Trouwens het is Abraham die met zijn zoon Ishmaël volgens Arabische overlevering de Kaaba zou gebouwd hebben. Daarenboven is er ook het feit dat er in Jerusalem geen archeologische resten gevonden werden, noch van het paleis van David, noch van het paleis van Solomon, noch van de tempel van Solomon[3], wat koren op de molen is van Salibi, want hij situeert de ganse geschiedenis van Israël, zowel tempels en paleizen, als de veldtochten van Tutmoses III en van Sheshonk I, in Arabië en niet in Palestina. Wat dan met zich brengt dat de tempel van Solomon, en dus ook het land van Punt, zich niet bevonden in Palestina, maar in Saudi Arabië.
Uiteindelijk, komen we uit bij een schilderij van Dali, een eiland in de lucht, een mogelijkheid die is en toch niet is of nog niet is.
Zoeken dus, zij die gaan wandelen in het zand van de Tempel van Tutmoses III in Karnak, naar die fameuze muur; Kijken of deze wel degelijk van Tutmosis III is en of de afbeelding erop overeenstemt met de afbeelding in Ages in Chaos en daarna de Bijbel gaan opzoeken of de voorwerpen op de muur, erin beschreven staan. Meer is het niet, maar het moet voldoende zijn.
Maar dan komt Akhnaton in de VIIIste eeuw in plaats van in de XIIIde eeuw, wat terug andere traditionele waarheden in de war brengt.
[1]Immanuel Velikovsky Ages in Chaos, a reconstruction of ancient history from the Exodus to king Akhnaton, Sidgwick & Jackson, London 1977. [2] Een onder hen is Robert de Telder, zie dezes webblog. [3] Zelfs de National Geographic van December 2010, durft dit verkondigen. En er zijn er heel wat in Israël die dit weten, behalve zij die het moeten weten, de fundamentalisten die zelfs Kyriat Arba hebben gesitueerd in de stad Hebron of daar dan toch dichtbij. Maar om dit te weerleggen moet La Bible est née en Arabie gelezen worden. Ik neem me voor, bij gelegenheid, ook eens iets te schrijven over die Kamal Salibi en zijn diverse boeken over the Bible People. Salibi, een groot kenner van het Hebreeuws en het Arabisch, van de Bijbel en zijn geschiedenis, Salibi die doodgezwegen wordt.
|