Vóór de dageraad, in het staalblauwe van de luchten, het sterrenbeeld van Orion en meer naar het oosten toe, in de verlenging van de gordel van Orion, Sirius, de Hondsster, de helderste ster aan onze winterhemel. Ik had, wat ik nu breng, vroeger al kunnen schrijven, maar ik herinner me dat ik toen gewacht heb dit te vermelden, omdat ik dacht aan de raad die ik eens hoorde van Hemingway, om elke dag wat over te houden waarmede je, de volgende dag beginnen kunt. Wat ik heb gedaan. Ik heb zelfs een week gewacht om vandaag te schrijven dat Sirius, de Sothis ster is van de Egyptenaren, de ster waarmede de Egyptische farao-chronologie innig is verbonden, en wel de dag van de heliakische opkomst van Sirius[1], zijnde de dag dat zon en Sirius gelijktijdig verschijnen aan de horizont. Dit gebeuren dat in het westen de zogenaamde Hondsdagen inleidt, betekende als dit voorkwam op één wel bepaalde dag, voor de Egyptische tijdsrekening en geschiedenis, het begin van een Sothisch periode. Over die wel bepaalde dag schrijft Immanuel Velikovsky - een schrijver die me geleerd heeft de Bijbel anders te gaan lezen, maar die ik de laatste jaren terzijde heb gelaten - in zijn Peoples of the Sea[2]:
As explained by Censorinus, the great year begins with the year when the heliacal (morning) rising of Sirius is on the first of the month Thot
Sirius rises heliacally each summer, but on the first of Thot, each 1460 years.
Censorinus, een Romeinse schrijver van de IIde eeuw AD, schreef in zijn De dei natali dat een nieuwe Sothic period was begonnen in 238 van onze tijdsrekening en dat de vorige periode begonnen was in 1322 voor Chr. En het is dit jaartal - -1322 - dat genomen werd om de Egyptische chronologische opvolging van dynastieën en faraos, te bepalen, waarbij men zich, in de XXste eeuw, bediende van de lijst van dynastieën en faraos opgesteld door Manetho, een Egyptische priester en historicus die in het Grieks schreef en leefde in de IIIde eeuw voor Chr.
Of de aldus vastgelegde chronologie, die we allen kennen, de juiste is valt sterk te betwijfelen. Velikovsky, in elk geval, verwerpt deze uitdrukkelijk. Hij spreekt zelfs van een gap van vijf eeuwen. Wat als gevolg heeft dat hij, én Hathsepsut ziet als de Queen of Sheba die Salomon gaat bezoeken in het Land van Punt, de belangrijkste gebeurtenis in haar regeren, dat ze beitelen laat in de muren van haar tempel, én Tutmoses IV als de farao die in de Xde eeuw voor Chr., de tempel van Salomon plunderde en de buit beitelen laat in de muren van zijn tempel.
Ik schrijf er wel ooit iets over, later, in de komende lente.
[1] Sterrengids, Uitgeverij Stichting De Koepel, Utrecht (www.dekoepel.nl/sterrengids). Ik citeer uit de Sterrengids van 2011 in de volgende gidsen werd dit niet meer opgenomen - Met deze gebeurtenis die rond het begin van onze jaartelling en op lagere breedtegraden meestal op 19 juli plaatsvond, beginnen de zogenaamde Hondsdagen. Dit is een periode van weerextremen die volgens het volksgeloof wel 40 dagen konden aanhouden. Ten gevolge van precessie en onze meer noordelijke ligging vindt deze gebeurtenis hier ruim een maand later plaats. [2] Immanuel Velikovsky: 'Peoples of the Sea', Sidgwick & Jackson ltd, London, 1977. Pag.218.
|