Van de Tiresias van Ovidius, de Thebaanse waarzegger die als man tot vrouw veranderde, weet Dante dat hij daarna na zeven jaren volgens Ovidius - terug zijn mannelijke pluimage heeft aangetrokken nadat hij met de roede[1] twee in elkaar verstrengelde slangen geslagen had, wat een beeld geeft dat meer dan spectaculair te noemen is. Maar vanmorgen, voor het licht opkwam, keerde deze passage terug en herkende ik in de figuur van Tiresias, de blinde Tiresias van Sophocles. Dante heeft, schijnbaar althans, Sophocles niet gelezen, hoewel Vergilius, hem wel kon gekend hebben[2], of dan toch Antigone - en wellicht kende Dante Homerus slechts via Vergilius en dezes Aeneïs - maar van de Tiresias van Sophocles zal Dante niets geweten hebben. Deze echter, was een belangrijke sleutelfiguur in de idipus van Sophocles. Hij was het, die de echte geschiedenis van idipus kende en wat hij erover vertelde aan Creon was de waarheid, maar dan ook de waarheid die idipus tot wanhoop dreef. En ik neem even de vertaling van idipe uit mijn boekenkast, ze dateert met haar visa de censure 1410, van 25 augustus 1941 en is van Gabriel Boissy, en ik herlees de passage waar de blinde Tiresias ondervraagd door idipus, aarzelt om hem te zeggen wat hij weet over zijn verleden. Om dan uiteindelijk, na het vele aandringen aan idipus te zeggen:
Quil est de ses enfants et le père et le frère De la femme dont il naquit et le fils et lépoux Et de la même femme tour à tour fécondée, De son père le meurtrier. Voilà. Maintenant rentre et médite.
Een simpel mens wil ik zijn en blijven, maar als er een geschiedenis is die me treft en blijft treffen dan is het wel deze van idipus en van Antigone. Ik kan dus niet voorbij die uiterst sympathieke Tiresias die door Dante zo maar in de hel wordt geduwd en er achteruit rondloopt, het gelaat omgekeerd op zijn schouders. George Steiner, in zijn Antigones zegt de diepere oorsprong niet te kennen van het verhaal van idipus en Antigone, maar hij vermoedt dat een echt gebeuren aan de basis ervan liggen moet. Ik heb het hem niet geschreven en deze blog ook zal hij niet lezen, maar ik denk dat hij er goed zou aan doen Velikovskys idipus and Akhnaton te lezen opdat bij hem een deel van de sluier over de (mogelijke) geschiedkundige bron van Sophocles zou opgelicht worden. Het feit dat hier twee namen, idipus en Akhnaton, bij elkaar worden gebracht toont aan in welke richting Velikovsky heeft gezocht en zijn boek, dat een soort detectieveverhaal is uit de Oudheid, heeft veel kans de ware geschiedenis én van Creon, én van idipus, én van Antigone - die lieve, bekoorlijke, ontroerende, sterke Antigone heel dicht te benaderen. Maar dit betekent een duik in de geschiedenis en een overrompeling van de nog steeds hoog geprezen chronologie van de Egyptische faraos. Geloof me, ik kom hierop terug, maar dan moet ik nogmaals Dante verlaten en iets gaan vertellen over Hathsepsut, wat ik graag zal doen, si Dieu me prête vie.
Dit beeld wat de Tiresias van Sophocles betreft, en of hij de Hel verdiende, denk ik niet, eerder een Arcadia.
[1] La verga, ook il pene, de penis [2] George Steiner schrijft in les Antigones, (pag 199):il semblerait que ce soit par lintermédiaire de ladaptation que Lucius Acius fit de Sophocle, au IIe siècle avant Jésus-Christ, que Virgile connaissait Antigone.
|