En de zondaar met de benen in de lucht, die dacht dat Dante Paus Bonifacius VIII was, gaat verder met zijn betoog:
En na hem zal er een herder komen met nog vuilere bezigheden die geen enkele wet respecteert en mij en die andere bedekken zal. Hij zal de nieuwe Jason, waarover te lezen staat in het boek der Maccabeeërs, weer tot leven roepen en zoals dezes koning inschikkelijk was tegenover hem, zo zal ook hij die regeert in Frankrijk het zijn.
Een stuk geschiedenis waar Dante ons hier aan herinnert waarin hij, én Clement V én Philips de Schone, (die de Tempeliers gevangen zette in 1307) vergelijkt met Jason, de hogepriester van de Israëlieten die voor vijfhonderdnegentig talenten de gunst van koning Antiochus Epiphanes wist af te kopen. De reactie van Dante is merkwaardig: Ik weet niet of ik toen niet te ver ben gegaan, zegt Dante en hij aarzelt zelfs niet Jezus er bij te betrekken: Hoeveel geld denk je dat Christus gevraagd heeft aan Petrus in ruil voor de sleutels? Hij vroeg hem ongetwijfeld enkel hem te volgen.
En door Petrus en de andere apostelen werd aan Mattias geen goud of zilver gevraagd toen hem door het lot de plaats werd toegewezen die de verdoemde ziel (Judas) verloor[1].
Blijf dus waar je bent, je straf is verdiend en draag zorg voor het geld dat je onterecht verwierf en dat maakte dat je optrad tegen Carlo[2]. En ware het niet dat de eerbied voor de heilige sleutels het me verbiedt dan zou ik nog hardere woorden spreken want je gierigheid die de goede verdelgt en de slechte verheft bedroeft de wereld.
Het is aan herders zoals jij dat de Evangelist dacht als zij die op de wateren gezeten hem aangewezen werd als zich prostituerend met de koningen. Zij die geboren werd met de zeven hoofden en aan de tien horens haar kracht ontleende zo lang de deugd haar echtgenoot behaagde.[3]
Jullie God is goud en zilver geworden, wat jullie onderscheidt van de afgodendienaars is niets anders dan dat zij er één aanbidden en jullie honderd. Ah, Constantijn, hoeveel ellende ontstond er niet, ik zeg niet uit je bekering, maar wel uit wat de eerste rijke paus (Silvester I) van jou ontving.[4]
Vergilius vindt hier groot genoegen in de woorden die Dante spreekt. Hij tilt hem met beide armen van de grond, drukt hem tegen zijn borst en draagt hem omhoog via hetzelfde pad waarlangs ze zijn afgedaald tot het hoogste punt van de boogbrug. Daar zet hij hem neer op een plaats die zo oneffen is dat zelfs berggeiten er met moeite zouden op gelopen hebben.
[1] Né Pier, né gli altri tolsero a Mattia / oro od argento, quando fu sortito / al luogo que perde lanima ria. (Canto XIX: 94-96) [2] Het is Carlo I dAngió leert me de noot van Magugliano . De paus ontnam hem de titel van senator in Rome en van keizerlijke vicario in Toscanië. [3] Een verwijzing naar de Openbaring van Johannes XVII: 1-18. Met de prostituee bedoelde Johannes de stad Rome, terwijl Dante het hier heeft over de verlopen Kerk. De zeven koppen zijn voor Dante de zeven deugden, de tien horens zijn de tien geboden. [4] Fatto vavete Dio doro e dargento/ e che altro è da voi allidolatre,/ se non chelli uno, e voi norate cento./ Ahi, Constantin, di quanto mai fu matre,/ non la tua conversion, ma quella dote / che da te prese il primo ricco patre! (canto XIX:112-117)
|