De wereld waarin ik leef, de woning waarin ik me beweeg en de enorme spirituele rijkdom als ik kijken en luisteren kan naar de uitvoering van de XIIIe symfonie van Shostakovich, de sublimatie van wat creativiteit kan zijn. Ik luister naar de Russische tekst en krijg, bewogen, de vertaling in lijnen onderaan het beeld. De tekst die zich concretiseert in de maker zelf: I write haunted with the fear of not writing with my full strenght, en zijn allerlaatste zin: I make a career for myself by not following one. Ik nam die zinnen mee met mij, ik nam de koordgeschiedenis van Dante, zijn godsidee, de laatste klanken van Shostakovich Babi Yar-symfonie mee met mij deze morgen, toen ik door het bos wandelde, langs de met netels en bramen dichtgegroeide wegels, toen ik in het geruis van de bladeren het stille vloeien van water hoorde, toen alles zich mengde en ik, bedwelmd door Dante, dacht aan het boek van Volkov over Shostakovich, en het gebeurde dat ik plots het gevoel had overrompeld te zijn door het levende bos over mij, maar tevens dankbaar, dankbaar te kunnen schrijven dat alles ook datgene waar ik me geestelijk over buig - beweging is; dat al wat IS beweging is. En dit alles samengevat in die ene sibyllijnse zin van Yaweh aan Mozes bij de brandende braamstruik:
Yo soy el que soy[1]: dat ik vertaal als en wellicht schreef ik het al - Ik ben het Universum dat beweegt, het Universum dat IS, dat ik ben.
*
Ik val terug op mijn woorden van daar zo-even. De beelden van deze morgen overwoekeren alles, de grond bezaaid met hazelnoten, met netels en in elkaar verweven bramen, de beek met helder stromend water waarin stukjes boom liggen weerspiegeld. Het is de zoveelste herfst die ik beleven ga, intenser wellicht dan alle andere omdat hij gevuld zal zijn niet alleen met wind en regen en vallende bladeren, maar met Dante en met wat ik schrijven zal over zijn Divina Commedia. En ik denk eraan simpelweg te spreken over zijn Commedia en niet dat deze goddelijk zou zijn. En wat zijn begroeting van de sodomieten uit Firenze betreft vermoed ik dat hij misschien zelfs zal gedacht hebben, al was het maar een fractie van een ogenblik, dat ze hier evenmin als zovelen niet op hun plaats waren en dat, als hij het verlangen kende hen te omhelzen, het misschien wel was omdat ze broeders waren van eenzelfde geheime genootschap. Al deze zaken en nog tal van andere, lopen door en over elkaar, zijn een verzameling van gedachten die met elkaar verweven liggen al zijn ze van een totaal verschillende aard.
Alles is zo wijd
[1] La Biblia de Jerusalen: Exodo 3: 14, een zakbijbel die ik eens kocht om mijn Spaans bij te houden.
|