En, nu Dante terug, die zich tot Vergilius richt:
Grote wijze, kijk naar het beest dat me heeft opgejaagd en mijn pols en aderen trillen doet, bevrijd me ervan.
Je zult dan wel een andere weg moeten nemen als je dit uitgestrekt en wild oord verlaten wilt, antwoordt Vergilius als hij mijn tranen ziet. Want dit beest dat je schreeuwen doet, laat niemand voorbij gaan maar houdt hen in zijn greep zo dat het hen van het leven beneemt. Het is zo slecht en wreed van aard dat het zijn vraatzucht nooit kan stillen en na het eten nog meer honger heeft dan ervoor.(canto I: 88-99). En, Talrijk zijn de dieren waarmee het paart en meer zullen er nog zijn tot de jachthond (il veltro) komen zal die het zal doden met veel pijn. Deze zal zich niet voeden met gronden en metalen (peltro) maar met wijsheid, liefde en deugd en zijn geboorte zal liggen tussen vilt (feltro) en vilt. )[1]
In deze verzen, 100-105, wordt elke lezer en elke vertaler met het veltro van versregel 105 geconfronteerd waarover niet de minste overeenstemmende verklaring bestaat. Wie deze veltro is, wiens geboorte zal plaatsvinden tussen het vilt, dus niet tussen de wol, maar nederig en armzalig, en die het beest, dat symbool staat voor het onheil (van Dante), overwinnen zal en doden, is een probleem gebleven voor velen. Persoonlijk denk ik dat Dante in de eerste plaats nood zal gehad hebben aan een woord dat rijmde én met peltro én met feltro. maar het heeft hier, onder vorm van blog, weinig zin er verder op in te gaan. Waar veltro symbool zou kunnen voor staan vergt een bladzijden lange uiteenzetting die storend zou overkomen omdat het te veel verwijzingen noodzaakt.
Canto primo van het Inferno is de inleiding, de proloog tot het grote avontuur dat hij beleefde, zijn tocht door Hel, Vagevuur en Paradijs, waarvan hij het verhaal nu gaat optekenen. Gelukkig heeft hij de schim van Vergilius ontmoet die hem zegt dat hij de opdracht heeft hem uit zijn netelige toestand te helpen door hem te begeleiden langs een andere weg, doorheen een plaats waar hij de kreten zal horen van de wanhopigen die er geen tweede dood (!) kunnen sterven. En dan verder langs een plaats, waar zij die er branden gelukkig zijn er te branden omdat ze de hoop kennen later eens terecht te komen bij de gelukzaligen, waar hij, Dante, eveneens zal kunnen heengaan, maar dan geleid door iemand die waardiger is dan ik, zegt Vergilius:
Want Hij, de Keizer die daarboven heerst, wil niet dat ik zijn rijk betreed aangezien ik niet aan zijn wet voldoe. Hij regeert overal en waar hij regeert daar is zijn rijk en zijn hoge troon. O, gelukkige uitverkorene, jij die er heen mag. [2]
Poëet, zegt Dante tot Vergilius, omwille van de God die jij niet hebt gekend, opdat ik hier moge ontkomen aan dit kwade en het nog slechtere, breng me daar waar je zegt me te willen brengen opdat ik de poort van Sint-Pieter moge zien en ook diegenen waarvan je zegt dat ze lijdend zijn.
Dan zette hij zich in beweging en ik, volgde hem[3]
[1] Molti son gli animali a cui sammoglia, / e più saranno ancora, in fin che l veltro/ verrà, che la farà morir con doglia. Questi non ciberà terra né peltro, / ma sapienza, amore e vertute,/ e sua nazion sarà tra feltro e feltro.( canto I: 100-105). [2]Ché quellImperador che lassù regna,/ perchio fui ribbellante alla sua legge,/ non vuol che n sua città, per me, si vegna./ In tutte parti impera, e quivi regge quivi è la sua città e lalto seggio:/ o felice colui cuivi elegge! (canto I: 124-129). [3]Allor si mosse, e io gli tenni retro ( canto I: 136)
|