E l pensamento in sogno trasmutai [1]
Een blog van vroeger die ik terugvond en herwerkte, zoals vele gedachten van vroeger opduiken en herdacht, herkneed, heropgevoerd worden.
Hij ontmoette haar terug op een plaats waar hij haar nooit had verwacht, Ze kwam naar hem toe gereden, zo alsof het een droom was, een jonge vrouw onder de bomen, haar witte losse sjaal als een vaandel achter haar. En toen ze naderde, haar ogen, haar blik, haar glimlach. Voor hem stilstaande, zo plots zodat hij zich geen vragen stelde, maar geuren over haar van lindebloesems en een zin als uit een gedicht: de linde droop in haar haar. Een paar dagen geleden had hij Le Passage dun Homme in haar etalage gezien, was hij binnengegaan en stond ze ook voor hem. Nu was ze, hier, als komende uit een andere wereld, een jonge vrouw, groot levend om te bezitten.
Je hier te ontmoeten en niet tussen boeken zegde hij en hij had haar zo willen houden, haar blonde haren in het licht, haar gelaat om lief te hebben. ja, zegde ze, 'het stond geschreven om je hier te ontmoeten, op een morgen zoals deze'. Ik ontmoet je ook heel graag tussen je boeken, maar hier is het duidelijk anders, hier zijn er de geuren van de linden in bloesem, zijn er de vlinders en de eksters, hier is er het wijde land, de velden van mijn jeugd en hier bloei ik open, ben ik een ander mens, gevaarlijker dan tussen de boeken van jou. Gevaarlijker? Enkel wat de liefde betreft, zegde hij. Heb het altijd gedacht dat je een dromer waart, zegde ze, ik zie het op de wijze waarop je de boeken neemt, het is alsof je ze streelt. Misschien als ik bij jou in de winkel sta en je boeken me aanstaren, dat ik je streel. Hoe? zegde ze, wat bedoel je? Dat ik liever hier sta met jou, hier onder de bomen, dan tussen je boeken. Ze keek hem aan, een blik waarin hij lezen kon. Hier te staan met jou, jij met je fiets, ik met mijn eenzaamheid, geeft me een heerlijk gevoel. Hier ben je niet de vrouw die me de Doubrovsky verkocht, dit is hier het eiland van de irrealiteit. Hij stond nu heel dicht bij haar, een adem af van haar, hij kon zijn hand op haar hand leggen, zijn mond op haar lippen drukken. Het is een vreemd land, zegde hij, een vreemd gebeuren. Hoe vreemd?, vroeg ze. Ik denk aan Kafka, zegde hij. Aan Kafka? 'Hij schrijft het in zijn dagboek, dat hij verliefd was op een meisje en zij was verliefd op hem, maar hij wist dat hij niet in staat was lief te hebben en toen zag hij haar met een andere die gebruik maakte van haar en haar kuste'. En?, vroeg ze. En Kafka schreef dat het was alsof hij de lucht was langs waar hun lippen zich ontmoetten. Dit is duidelijk Kafka, het ontroert me. De zin heeft me altijd ontroerd, zegde hij. En jij, zegde ze hebt me altijd geraakt als je binnenkwam. Omdat ik je kuste zegde hij, omdat ik de lucht kuste die tussen ons was en jij, langs de lucht tussen ons, de kus op je lippen voelde. Ze wou antwoorden, maar hij schudde het hoofd. Laat het zegde hij. Maar het boek van Doubrovsky, al is het goed geschreven, is niet veel zaaks. Breng het terug, zegde ze, dan voel ik je kus zoals niemand me ooit kuste. 'Ik breng het terug, heb er niets in onderlijnd en, leg iets klaar van Stefan Hertmans, gedichten van hem, zijn essays bezit ik. Hij raakte even haar hand, even maar, even maar haar hand. Van Stefan Hertmans?, vroeg ze. Ja, ik heb hem beloofd dat ik hem lezen zou. Het is een wonder van een toeval je hier te ontmoeten, zegde ze. Toeval niet, het was een rendez-vous. Onder geliefden dacht hij nog toen ze wegreed van hem.
E l pensamento in sogno trasmutai. En de gedachten werden droom.
[1] Dante Alighieri: Purgatorio, canto XVIII,145 .
|