.
Waar ben ik mijn ganse leven zo druk, zo alles gevend en alles nemend mee bezig geweest en, vandaag, als ik er een inventaris van opmaak, waar kom ik uit? Nu heel de wereld aan het schrijven is en weinigen uitverkoren zijn, is dit een vraag die velen zich wel eens wagen te stellen.
Het antwoord er op, althans wat mij betreft, is ontluisterend, is negatief in deze zin dat ik geschreven heb en ben blijven schrijven om uiteindelijk, op het bijna-einde van mijn leven gekomen, vast te stellen dat het helemaal niets heeft opgeleverd, dat wat ik schreef en het zijn volumes - niet de moeite is vermeld te worden. Ik kom uit de jaren die ik er aan wijdde met lege handen, even leeg als de grijze luchten en de roerloosheid van de bomen in de tuin en omheen mij.
Waar ik me thans mee verzoenen moet, is de greep woorden die ik dagelijks, ten koste van heel wat volharding en inspanning vooral, de ether in stuur op een voor mij nog immer wonderbare wijze waar ik dan nog verre van volmaakt gebruik van maak. Ik zegde het al, het product van al deze inspanningen is een respectabel volume bundels met veel woorden die, wil ik het leven van mijn nazaten niet vergallen, even dringend als nodig moeten geordend worden. En wat even erg is, waarvoor ikzelf de tijd niet meer vinden zal. Echter wat doet het er toe, op een of twee boeken of op enkele bundels gedichten zal het niet aankomen, de wereld ligt vol met geschriften en weinige ervan zijn een lang leven beschoren. Eens hun hoogtepunt voorbij, tenminste als ze er een kennen, zijn ze gedoemd om weg te kwijnen tussen andere even nutteloos geworden boeken. Dit is een deel van de troost die je als schrijver van elke dag hebt om het wegblijven van dat ene hoogtepunt te verdoezelen.
En zegt T.S. Eliot in een van zijn gedichten: For us there is only the trying, the rest is not our business.
Ons rest er enkel verder te gaan op de ingeslagen weg, zelfs als die niet zo succesrijk zou zijn.
|