Ik stel vast dat ik nog iets meer moet doen dan leven, ik moet een blog schrijven, het is mijn adem om te overleven, om niet te verdorren, niet opgesloten rond te dwalen. Met deze blog bewandel ik een vreemde weg die weinigen bewandelen want zelden ontmoet ik iemand. Het is dus zeker geen weg die me naar Compostella brengt maar eerder een weg die me binnenleidt in het ongerijmde.
Het gebeurt dat ik de blogs opzoek van andere collega-bloggers, dagboek-bedenkers, en telkens sta ik verbaasd over wat zij schrijven. Zij staan met hun beide voeten in de wereld, het dagelijkse gebeuren is hun toeverlaat en ik moet bekennen sommigen spreken erover met verve. Bij hen gaat het vooral over het kleine gebeuren dat hun dag kleurt, vandaag nogal dikwijls over wat de politiekers vertellen, over de onheusheid van de jeugd die ze ontmoeten in tram of bus, over hun kat of hond, over wat ze zagen op televisie. Waarom, vraag ik me dan, waarom schrijf jij daar niet over? Je kent en ziet ook wat er gebeurt in de wereld en je zwijgt er over, met nu en dan een uitzondering. Het is alsof je geen mening hebt over al die zaken, dat ze je niet raken of toch niet in die mate dat je er een blog zou mee vullen, alsof je geest dergelijke zaken te kleurloos vindt.
Ik voel aan wat je zeggen zult. In plaats van te vertoeven in de wereld wat maar normaal is, vertoef jij met je geschriften in de kosmos, gekleurd met een vleugje religieus gefilosofeer. en dit is wat op ons wordt afgeschoten en te nemen is of te laten.
Ik heb er geen verweer tegen, mijn blogs zijn wat ze zijn, jij die me leest nu en dan, weet wat je verwachten kunt en vooral dat ik in mijn late dagen geen tijd meer neem om te spreken over het alledaagse. Wat echter nog niet of maar half gezegd is, is oneindig. En we duiken het liefst die oneindigheid binnen.
|