Welke boeken neem je mee als je vertrekt naar een onbewoond eiland. Je zoekt ze op in je gedachten: de Bijbel, maar dan de King James versie van 1611 natuurlijk, al was het maar om het boek van Job. En verder schiften en blijven schiften. Je blijft over met een honderdtal dat je nog herleiden kunt tot vijftig, eventueel indien absoluut nodig tot twintig, maar verder ga je niet, kun je niet zonder geestelijke pijn.
Wie je niet achterlaat is T.S.Eliot, niet Rilke, niet Saint-John Perse, niet Dante(+woordenboek), niet Pasternak, niet de essays van Hertmans, niet Fulcanelli, niet Fabre dOlivet en ga maar verder en dan weet je, als je ziet wat er overblijft om achter te laten, dat het onbegonnen is. Er is geen schifting die kan gedaan worden. En je beseft ten volle dat het heel moeilijk is afscheid te nemen, al was het maar van je boeken, als het is om te vertrekken naar een onbewoond eiland.
Het is anders als je vertrekt voor de overtocht en je niets van al wat je vergaarde, van al waaraan je gehecht bent en dat je nu zo koestert: je boeken, je tekeningen, de stenen en stukken wortels die je meebracht van je reizen, dat je niets van dat alles meenemen kunt, dat alles wordt achtergelaten, om verspreid te worden in andere handen, in andere kamers.
En dat na jou, de wereld zal zijn wat hij is, maar leeg van jou, van je schrijven, van je dromen, van je wandelen onder de bomen, maar nog even, voor een tijdje, gevuld met de woorden en de tekeningen en etsen die je achterliet. Terwijl jij dan leven zult in die onzichtbare wereld achter de wereld waar je niet over zwijgt.
Aldus, onthecht je je in gedachten nu al, van al wat je bezit en je schrijft, schrijft, dit is het enige dat je bezitten kunt, totaal bezitten kunt, en waaruit je nu bestaat. Dit is van jou en van jou alleen. Zelfs al hebben vele anderen bijgedragen om te zijn wat je bent, de vormgeving, de wijze van denken ben jij en kan niemand je ontnemen. Daarna zal er de stilte zijn, de grote bevreemdende stilte, de stilte in klanken van licht.
Maar schrijf nooit dat de andere oever nog ver af is en dat je nog een groot pak dagen hebt. Schrijf dus en laat niets je ontmoedigen, laat niets je in verwarring brengen.
|