Ik kan deze man niet laten voorbijgaan zonder een woord, zonder een herinnering op te roepen. Een eerste maal ontmoette ik hem naar aanleiding van een schilderijen tentoonstelling van jonge schilders, waarbij hij gevraagd werd als jurylid. Hij had toen nog niet die bekendheid die hem nu omkranste. Een tweede maal was in SIDMAR waar hij werken uit ik denk uit de SMAK had samengebracht en waar hij in zijn eigen stijl een voordracht gaf over de werken die hij had uitgekozen. Achteraf, staande voor het schilderij van de Deen Asger Jorn, vertelde hij me over de betekenis van de COBRA beweging voor de schilderkunst. Een derde maal was het bij mij thuis waar mijn echtgenote hem had uitgenodigd op een lunch. Hij kwam over als een man vol leven, een groot iemand, groot in de simpele zaken van het leven, met een eigen sterk eigen kijk op het begrip hedendaagse kunst.
Hij was een wereldfiguur in zijn visie over wat kunst was en wat kunst moest zijn. Zelfs indien zijn oordeel niet altijd onbesproken bleef, werd hij door velen gevolgd, gewaardeerd en opgezocht.
Hij overleed de morgen van 27 februari, hij, die eeuwig had moeten leven en in elk geval niet zo vlug zal vergeten zijn. Zijn dood trof me diep.
|