De morgen opent zich voor hem alsof hij een boom was in de vlakte, de wind suizend in zijn kruin. En komende uit de diepste gronden, de sappen die stijgen tot in de verste uithoeken van zijn takken, zo krachtig dat de botten op het punt staan, bij de minste stijging van de temperatuur, open te barsten met een lichte knal. xml:namespace prefix = "o" />
Ook hij barstte open naar meer eenvoud, meer oprechtheid, meer losheid in zijn gebaren, in zijn denken en zijn spreken.
Hij voelt zich verzadigd nu, hij weet waar hij staat en wat hij nog verwachten kan een diepere verbondenheid met het omringende. Hij is aan niemand een uitleg verschuldigd maar hij weet dat het leven heel wat meer is dan wat hij waarnemen kan, dat het meer is dan de som van alle delen samen.
En zelfs als hij dit laatste niet kan bewijzen noch met woorden, noch met cijfers, zelfs al wordt deze metafysische gedachtegang vandaag door velen met de voeten getreden, toch gelooft hij in dit gevoel van het eeuwig-zijn. En hij weet dat hij heel wat namen oproepen kan die hem zullen bijstaan met woorden die heel wat sterker klinken dan deze die hem vanmorgen, bij het eerste licht dat genade was, in zijn mond werden gelegd.
En Bernanos in zijn Journal dun curé de campagne mag dan schrijven que toute est grâce, het kan, maar beter ware que tout est esprit . Al kan het dat hij Charon niet goed gelezen heeft of verkeerd begrepen of bij hem te zeer gelezen wat zijn verbeelding eraan toevoegen wou, maar dat alles geest is, weet hij. En zelfs dat het meer en meer zekerheid wordt, en de komst van de kwantum fysica heeft het ons duidelijk gemaakt, dat de geest in de mens het teken wordt van het derde millennium dat we thans beleven, zoals André Malraux het voorstelde destijds.
Tenware, het tegengestelde op ons zou afkomen de leegte van het getwitter en de kreten van facebook.
|