Dit is dan het grote verhaal uit de Bijbel, het verhaal van koning David en Bethsabee en het is dit verhaal dat uitgebeeld werd door Jean van Roome (begin XVIIde eeuw) op acht abnormaal grote wandtapijten, die in het kasteel van de Renaissance in Ecouen te zien zijn.
Maar mogen we even verder kijken, want we lazen nog niet zo lang geleden over de geschiedenis van David dat die niet zo zuiver was, evenmin als de geschiedenis van Israël. In een knipsel uit De Standaard van 16 januari 1997 lees ik dat:
de Joden Hebron opeisten omwille van de graven van hun aartsvaders. Want zo staat er te lezen in de Bijbel dat nu zowat 4.000 jaar geleden aartsvader Abraham de som van 400 zilveren shekels betaalde voor een grot om er zijn vrouw Sarah in te begraven. Later vonden hijzelf, Isaac en Jacob en hun echtgenotes hun laatste rustplaats in de grot van Machpelah. Dat is de reden waarom de Joden denken meer rechten op de stad te hebben dan de 100.000 Palestijnen die er wonen.
Niemand, maar schijnbaar dan ook niemand, hecht ook maar enig belang aan wat Kamal Salibi schrijft in zijn boek The Bible came from Arabia, waarin hij Hebron (hbrwn) identificeerde met het huidige Khirban (hrbn) gelegen in de omgeving van de stad Qunfundhah in West-Arabie (ongeveer ter hoogte van Mekka), en schrijft Salibi nog :
l would not have been so certain, had it not been for the existence of a Machpelah (mkplh) and a Kiriath-arba (qryt rb), village of four' or four villages in the same vicinity, which l visited. Those are today Maqfalah(mqplh) and the four villages Qaryat (qryt) Al Silan, Qaryat AI-Shiyab, Qaryat Asiyah, and Qaryat Amir. No other cluster of 'four villages' with construct names, the first part of the name being exactly Qaryat, is found anywhere else in the Near East. Nor have l been able to spot the name of Machpelah in any other Near Eastem region.
Wat nut heeft het, mijn waarde Salibi een boek als het uwe, dat één van de meest interessante gegevens bevat over de geschiedenis van het Joodse volk, de wereld in te sturen
Want natuurlijk neemt niemand in Israël u ernstig, zoals ze evenmin de hoogleraar, Ne'eman en de archeoloog Ze'er Herzog die het beiden hebben over de geschiedenis van het Joodse volk, ernstig willen of durven nemen.
We lazen hierover in een uitgeknipt artikel van De Standaard van 21 februari 2000 van Hilde van den Eynde, waarin onder meer gewezen werd op het feit dat:
na zeventig jaren graven in het Heilig Land, de meeste archeologen niet meer twijfelen: de Israelieten waren geen slaven in Egypte, ze zwierven niet door de woestijn en ze hebben niet met de hulp van Jaweh het land van Kanaan veroverd.
We zouden er ook nog Gunnar Heinsohn kunnen bijhalen die in een zelfde bemerking vooropstelt :
Aus der tentativen Evidenzdatierung Megiddos ergibt sich ganz von selbst die Lösung des wohl schwerwiegendsten Problems in des archäologie Israels, also der Abwesenheit glaubwürdiger Schichten für das Israelitische Königtum zwischen 950 und 730.
Ook een artikel over King David in de National geographic van december 2010 wijst in deze richting: Despite decades of searching, archaeologists had found no solid evidence that David or Solomon ever built anything.
Ze zouden moeten gaan zoeken in Saudi Arabië om sporen te vinden en van het paleis van David en van dit van Solomon.
We wensen hier niet verder over uit te weiden, het feit is dat de Israëlieten in de stad die ze Hebron (de eerste hoofdstad van David) noemen, heden ten dage gevestigd zijn en, dat ze er een wijk hebben gesticht die ze Kiryat Arba hebben gedoopt, zijnde de plaats waar het graf van hun aartsvaders zou gelegen zijn.
Ik zou ook wijlen Kamal Salibi verder kunnen citeren en met hem, de weg afgelegd door Mozes, na hun vlucht voor het onheil uit Egypte, doorheen Saudi Arabië en Noord Yemen (en niet de Sinaï woestijn) kunnen volgen. Maar wat nut heeft het nog de dag van vandaag.
*
Dit alles als randbemerking bij wat we de geschiedenis noemen van David en Bethsabee. De Middeleeuwen en de eerste jaren van de Renaissance waren nu precies de periode niet om de Bijbel te gaan beoordelen, trouwens, voor onze Jean van Roome (en voor de Brusselse tapijtwevers) was het een belangrijke opdracht die uitgevoerd werd zoals van hen werd verwacht, met veel pracht en praal wat zeker in de smaak viel van de mens van toen.
Kamal Salibi : Secrets of the Bible People, Saqi Books, London, 1988.
Gunnar Heinsohn : Die Sumerer gab es nicht, Scarabäus bei Eichborn 1988.
|