Sprankels licht
in brede banden schaduw,
bloemen ons verrast
van helleboris
uit de kille aarde
geboren
zonder omwegen
in meer dan franjes opgeschoten.
Eksters krijsend in de bomen,
Meesjes
ondersteboven,
en wij er langs gekomen,
leeg gedacht
maar innerlijk bewogen,
de open luchten
toegedekt met woorden,
nog ademend.
Kreten van groei overal,
januari pas begonnen
en reeds voorbij,
hoe vlug de tijd
amper opgetekend
we houden hem niet bij,
alsof tijd de wereld was
en niet de taal.
|