VI
xml:namespace prefix = "o" />
Opgekeken dan naar Lao Tseu
en gehoord van hem dat in den beginne
iets Onbepaalds bestond,
iets Onbepaalds dat toch volledig was,
en van al wat komen zou de moeder was.
Tao wist hij het te noemen.
En wij denken gingen, ongestoord en onvervaard
dat het Onbepaalde even goed
het Woord kon zijn.
En we zeggen konden zonder schroom
dat in den beginne Tao was,
de Orde die geen chaos was, geen tohu wa bohu
maar die in potentie Universum was.
En meer is er niet nodig voor wie maar zoeken wil :
Want had je me niet gevonden
je zou me niet hebben gezocht.
VII
Maar een schepping was er niet en ook niet nodig.
Zoals het water borrelt uit de bron en beken vormt
en beken stromen worden, zo borrelt uit het Woord
wat in potentie al aanwezig is.
Maar een schepping was het niet.
en ook bij Augustinus bleef de vraag
of er iets bestond uit een andere oorzaak
dan dat Gij bestaat, want
als Gij hemel schiep en aarde,
dan was het onvermijdelijk uit het zaad
van hemel en van aarde die er toen reeds waren.
En dit is precies, zegt Fabre dOlivet
wat Bereshit betekent :
het aanwezig in potentie zijn.
Want het niets is niets en uit het niets kan niets bestaan.
Wel het Woord was er dat Tao was
en uit wat Tao was is al ontstaan dat kon ontstaan,
maar een schepping kom, een schepping was er niet.
Hoe groot is onze eenzaamheid
dat we schrijven durven dat er nimmer
ofte nimmer een schepping is geweest maar iets
zoals een nieuw en groots bewegen,
dat opstond in het Woord dat in den beginne was.
En we denken soms, zoals zovelen,
dat ontmoetingen met mensen als met boeken,
geplaatst op onze wegen, vingerwijzingen zijn
van de Eeuwige Aanwezigheid
die ons nauwlettend immer volgen blijft,
die plots lichtend is waar schaduw drijven blijft
zodat we gissen mogen, dat van tijd tot tijd,
gewild, doorbroken wordt
het totale van onze onwetendheid.
|