De Standaard der Letteren van 20 december 2013 vroeg het advies aan 48 recensenten welk van de boeken die ze lazen hen zal bijblijven.xml:namespace prefix = "o" ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Geen Tom Lannoye, wel een Erwin Mortier, wel een Bart Stouten, zijn Kersen eten om Middernacht; wel een Arnon Grunberg; wel een Cees Nooteboom, zijn Rituelen, wel een Jeroen Brouwer; wel een Koen Peeters; wel een Bart Moeyaert en nog enkele andere Nederlandstalige schrijvers die een vermelding kregen.
Maar, en het verwonderde me helemaal niet, Oorlog en Terpentijn van Stefan Hertmans kreeg niet minder dan zes nominaties.
Wat er over gezegd wordt is niet mis: de beste Nederlandstalige roman, schrijft John Vervoort. Een prachtig uitwaaierend boek dat tot de kern komt in de oorlogsdagboeken van Hertmans grootvader, die door de schrijver virtuoos naar zijn hand wordt gezet, schrijft Maria Vlaar. In de fictie over de eerste wereldoorlog scheert Hertmans de hoogste top aldus Peter Jacobs
Het duidelijkst van al is Lieven Sioen die bijzonder geroerd was door de roman van Hertmans en zich terecht de vraag stelt hoe goed we onze grootouders en ouders wel kennen? En dan zijn er nog Katrien Steyaert, Karel Verhoeven met een boek dat moeilijk te overtreffen is.
Vergeet ik er, het kan.
Het verheugt me ten zeerste omdat het een boek is met een hoge literaire waarde, geschreven met een groot hart voor zijn grootvader, bij momenten uiterst gevoelig. Het is een klassieker, een waardevol, ontroeren boek dat alle lof dat er over gezegd en geschreven werd ruim verdient.
Ik zelf heb bij Hertmans beschrijvingen gevonden, als geaquarelleerd met het fijnste penseel in de meest sobere, maar o, zo rake en tevens zo tedere kleuren. Daarenboven is hij een meester als hij schrijft over het Gent tussen de twee wereldoorlogen, een Gent dat vele van mijn vrienden heel duidelijk identificeren.
|