Waar zwerven we uit als we de ruimtes van het kasteel van Versailles in ons her oproepen;
als we terug gaan naar de tuin, geconcipieerd door Le NĂ´tre, als we kijken naar de goden
en godinnen, de machtige en de minder machtige, en luisteren naar hun verhalen in marmer
uitgedrukt, weerspiegeld in het water.
En nu, zoekend naar beelden die in ons versplinterd liggen, tastend naar impressies, gevoelens,
gedachten van toen, al waren het maar de losse haren van de gidse, als van zilver in het
tegenlicht.
Beelden die bewaard zijn gebleven en nu worden teruggehaald met behulp van het boek
van Orsenna. En we weten dat dit alles van het grote leven is dat ons dooreen haalt, ons
opneemt en meevoert naar einders achter de einder gelegen, in de oneindigheid van het Andere.
Wat was er de aanleiding toe, hoe kwam het dat ik dit ben terug gaan halen in mijn herinnering?
Er zal onvermijdelijk hoe klein ook een reden geweest zijn, iets dat opdook uit het oneindige web
van ontmoetingen en gebeurtenissen die in ons liggen gestapeld, waaruit dan plots en totaal
onverwacht er een gebeuren is dat terug de kop opsteekt.
Dat ik opnam in mijn blog, velen bedreven de liefde op dat ogenblik, andere dronken zich dronken,
andere hakten hout, andere lazen een boek of schreven een gedicht, maar welke handelingen
het ook moge geweest zijn, uren, dagen, maanden, jaren, erna zullen ze terug opduiken, zo maar,
want de wegen van het web zijn ondoorgrondelijk.
|