Ik ben altijd benieuwd te
vernemen wat anderen denken over hun schrijver zijn.
Zo lees ik van Sophie De
Schaepdrijver dat schrijven voor haar het moeilijkste is wat er is.
Moeilijker dan lessen
voorbereiden en examens verbeteren. En voegt ze er aan toe dat komt omdat schrijven een vorm van
pretentie is. Je pretendeert iets te weten, in haar geval het
verleden[1], maar hoe weet je eigenlijk
dat je iets weet?
En dan komt het: 'een beetje
kritisch mens denkt toch altijd bij zichzelf wie ben ik dat ik denk dat ik iets
te zeggen heb? En dus moet ik me bij elk boek door een mist van ontzaglijke
zelftwijfel worstelen.
Ik schrijf wel geen boek
maar het is toch de vraag die ik me regelmatig stel. Ik blijf maar Blogs
presteren, maar heb ik wel iets te zeggen?
Schijnbaar wel want men
leest me en blijft me lezen. Maar ik denk en ik verwacht het ook, dat het niet
zo zeer is wat ik schrijf dat belangrijk is maar hoe ik schrijf. En daar gaat
het om bij mij. Ik heb niet zoveel te vertellen maar wat ik te zeggen heb, zelfs
als ik niets te zeggen heb, wil ik verwoorden op een aangename, het liefst nog
op een literaire wijze.
Wat niet aan elk van ons
gegeven is. Ik zelf kan maar pogen het te doen en het te blijven pogen. En wat
het weten betreft is het maar al te juist dat hoe meer kennis je verworven hebt
hoe meer je weet wat je niet weet. Karl Popper wist dit maar al te
goed.
Ik denk nu aan het gedicht
dat ik ooit geschreven heb over de Bibliotheek
van het Klooster van Mafra (waar Saramago een roman heeft over geschreven) . Heb ik het gebracht als Blog?
Ik zoek het wel eens op en
kom dan bij jou met een vernieuwde versie
[1] De Standaard van 13
december: Katrien Steyaert over Sophie De Schaepdrijver, de auteur van 'De
Groote Oorlog'. Een boek waarvan de herziene heruitgave gratis toegevoegd wordt
aan De Standaard van 14
december.