Er
werd heel wat geschreven over het grafschrift van Rainer Maria Rilke die rust
aan de voet van de prachtige (gerestaureerde) romaanse kerk van Raron
(Rarogne), gelegen ongeveer op de scheidingslijn tussen le Haut- et le
Bas-Valais.
Wolfgang
Leppman schreef in zijn boek (1972) over het leven en werk van Rilke, vertaald
in het Nederlands door Theodoor Duquesnoy, dat er niet minder dan 26
verschillende interpretaties van dit grafschrift bekend zijn.
Niet
verwonderlijk dus dat Anton van Wilderode, in zijn voorwoord bij Tussen stroom en gesteente van Maurits
Van Vossole, dit grafschrift bestempeld als "sibyllijns".
We
hebben deze plaats met vrienden uit de
Valais regelmatig, als een soort pelgrimstocht bezocht; En in mijn gedicht van
enkele dagen terug heb ik een poging gedaan mijn visie te geven, heel
bescheiden weliswaar, over de impressie die graf en grafschrift bij mij heeft
nagelaten.
Het
slot van mijn gedicht verwees naar een ander gedicht van Rilke:
Einmal wenn ich dich verlier,
wirst du schlafen können,
ohne
dasz ich wie eine Lindenkrone
mich verflüstre über dir?
En
dan laten we Paul Claes ("Raadsels van Rilke", De Bezige Bij, 1995)
die het gedicht vertaalde, verder gaan :
Zonder dat ik hier waak en
woorden,
bijna als oogleden op je
ledematen,
op je borsten neerleg, op je
mond.
Zonder
dat ik je toesluit en je alleen
met het jouwe laat, als een
tuin
met een massa melissen en
ster-anijs.
|