Ik heb elke dag 24
uur de tijd om mijn blog te schrijven. Dit zou voldoende moeten zijn maar er
gebeuren zovele zaken op een dag en er rest zo weinig tijd om te volbrengen wat
ik volbrengen moet. Hoe kan het vraag ik me af.
Ik werk niet aan een
roman of aan een dichtbundel, ik hoef dus niet te stoppen zoals Hemingway
met nog voldoende stof om te weten hoe de volgende dag te beginnen. Zo
eenvoudig (!) is het nu ook niet. Ik wacht op mijn eerste zin om er inspiratie
in te vinden en werk tot het einde. Zo kan ik ook schrijven in my beginning
is my end.
Vandaag dacht ik aan
wat ik gisteren schreef, nl. dat ik licht crazy moest zijn om te doen wat ik
doe, maar ik ben er dan toch nog steeds beter van af dan wat ik ook nog las van
Kenzaburô Ôe, dat er ouderen zijn die met de jaren een zekere maturiteit
trachten te verwerven in hun werk, terwijl er anderen zijn qui sombrent dans une crise, dans un état de
mal-être, de crispation. En hij citeert als voorbeeld Ibsen en Beethoven
in hun laatste werken.
Gelukkig
ontsnap ik er (voorlopig) nog aan. Ik heb nog een toekomst omdat mijn schrijven
nog een toekomst heeft. En ik voel me er goed bij.
|