In de wachtzaal van
de dokter mijn rechterarm en hand zijn niet meer in staat te schrijven zonder hevige pijn bladerde ik in een
meegebracht boek, waarin ik de passage herlas, en al wat eraan voorafging, van
Stephen Dedalus die zwaar gezondigd had en te biechten ging in een verlaten
kerk omdat hij het niet aandurfde te gaan biechten in de kapel van zijn college:
He begun to confess his sins. Masses missed, prayers not said, lies.
- Anything else, my child ?
Sins of anger, envy of
others, gluttony, vanity, disobedience
-
Anything else, my child?
There was no help. He murmured:
-
I
committed sins of impurity
The priest did not turn his head.
-
With yourself, my child?
-
And
with others?
-
With women, my child?
-
Yes, father.
-
Where they married women, my child?
He did not know. His sins trickled from his lips, one by one, trickled
in shameful drops from his soul, festering and oozing like a sore a squalid
stream of vice. The last sins oozed forth, sluggish, filthy. There was no more
to tell. He bowed his head, overcome.
The priest was silent. Then he asked:
-
How old are you, my child?
-
Sixteen, father.
Ik zou verder kunnen
gaan, en vertellen hoe Stephen zich voelde na de absolutie te hebben gekregen
en hoe hij zich voelde als hij daarna met zijn schoolmakkers te communie ging,
de handen gehouden onder het witte laken :
and he would hold upon his tongue the host and God would enter his
purified body.
Dit is van de grote
James Joyce: A Portrait of the Artist
as a Young Man, gepubliceerd in 1916, and
reprinted in 1960 in Penguin Books.
Ik zou dit niet
overgenomen hebben ware het niet dat ik ook in mijn verre jeugd deze angst om
mijn zonden te gaan biechten gekend heb. Mijn biecht heb uitgesteld en
uitgesteld om uiteindelijk te gaan waar niemand me kende, een laatste maal
zelfs in een kapel in de Nieuwstraat van de hoofdstad, samen met enkele collegas
en dit op Goede Vrijdag, om buiten te komen, wel niet zoals Stephen Dedalus:
Blinded by his tears and by the light of Gods mercifulness he bent his
head and heard the grave words of absolution spoken and saw the priests hand raised
above him in token of forgiveness
-
God bless you, my child. Pray for me.
Maar als ik het me goed herinner, toch gelouterd
en verlicht, zijn we daarna samen een glas gaan drinken, opgelucht.
|