Poëzie is wat door de lezer wordt toegevoegd aan wat er
geschreven staat, het element dat er is zonder er te zijn, het element dat we
als lezer ontcijferen en ondergaan in het gebruik of op de wijze waarop een
beeld of een toestand door het woord wordt opgeroepen of gesuggereerd.
Zo gebeurde het ooit, dat je op een avond in de vroege
herfst, met de regen tegen het raam en de wind jagend in de vlammen van de
haard, samen met enkele vrienden, in een kleine kamer, de wanden bedekt met
boeken, oude fotos en oude schilderijen, bij een glas wijn, hulde wou brengen
aan de poëzie, waarvan Francis Jammes - zo leerde me Gilliams - wist:
La poésie que jai
rêvée gâta toute ma vie,
Ah qui donc maimera?
En je vertelde dit aan je vrienden, terwijl je de wijn
schonk, terwijl gensters opsprongen tot je voeten. En je vertelde ook welke rol
Saint-John Perse ooit toeschreef aan de poëzie, namelijk:
Déventer lusure et la
sècheresse
au cur des hommes
investis.
Maar je wist nog beter en je zocht psalm 133 op in je Bijbel
en je hebt gelezen, de meest passende poëtische passage voor een gelegenheid
zoals die er toen was. En de stormwind, jagend om de woning en in de bomen heb
je met trage stem gelezen:
Weet hoe goed het is en hoe
aangenaam, samen te zijn. Deze vreugde is lijk een geurige olie die van het
hoofd neerdruipt op de baard van Aaron, die neerdruipt tot op de boord van zijn
kleed.
En het woord werd bevrucht door de poëzie, zoals we
lezen in het Boek Wijsheid : De Heer bezat me in het begin van zijn wegen. En er was een moment van stilte erna, de geurende olie lijk
een warme band die ons naar elkaar toehaalde.
Vandaag, dit schrijvende, dacht ik terug aan Saint-John
Perse en wat hij vertelde de dag dat hij de Nobelprijs literatuur ontving:
La grâce poétique, létincelle du divin, vit à
jamais dans le silex humain.
Aan de mens is het gegeven Poëzie te bedrijven, het
Higgs deeltje in hem zorgt ervoor. Of de Heer bevruchtte ons met de poëzie van
het Woord dat in den beginne was. Omhulde ons met de poëzie die de realiteit
verdoezelt, vervormt, omkleedt met een in-realiteit.
Het is de levensadem van het woord dat de dingen en het
gebeuren een dimensie in meer geeft, dat de dingen omstraalt als met een aura
waarin aanwezig is het grote mysterie van leven en van dood.
|