Koningin
Elisabeth Wedstrijd voor piano.
En nu, nu de beginklanken van een pianosonate van
Haydn binnenvallen: sprokkelbeelden, fragmenten aftastend van herinneringen die
klanken zijn, in een verbazende expressiviteit met openingen als rustpunten die
telkens bij mij zich sluiten op de vraag hoe het mogelijk is, uit de geestelijke
woning die van de componist is, deze voorheen onbestaande on-uitgeschreven
klanken op te roepen, te sublimeren en neer te schrijven.
En in het geval van Haydn, de sonate staat er in
code neergezet en wordt gespeeld, elke pianist stemt de codes af op zijn eigen
levensritme, versmolten in zijn eigen herinneringen en levensbeschouwing en,
uitvoerder en componist gemixt, worden de ideeën geïnterpreteerd. En ik als
luisteraar - een koffer vol gevoelens en herinneringen - heb me ontvankelijk
gesteld en de klanken zijn binnen gevloeid, ademloos, lijk lichtgeflonker in
het water, lijk het ruisen van de bomen, lijk het gezang van de vogels als de
dag zich opent. Werelden die voorheen aldus niet te zien, niet te horen waren.
Hoe ontstaat een sonate, van waar deze klanken en hoe
tot mij gekomen?. En als ik vergelijk met mijn schrijven, van waar mijn woorden
die soms heel stug te voorschijn komen om dan op andere ogenblikken een
stortvloed te worden hoe waag ik het ze neer te schrijven, en hoe zullen ze, vermengd
met en gefilterd door de herinneringen van de lezer, worden
onthaald?
|