Wat een tijd het was toen er nog brieven geschreven
werden met de hand en op de post gedaan met de mooiste zegel erop gekleefd. Ik dacht even aan Joseph Brodsky:
The dreams you dream are not of girls half nude,
but of your name on an
arriving letter.
Maar ik weet en ondervind dat de tijd van brieven
voorbij is, weinigen zijn er die nog schrijven en ik ben tevreden als iemand me
een e-mailtje stuurt, en waarom zou ik niet.
Zo was er de e-mail die ik kreeg, enkele dagen
terug, en die ik las met blijheid in de ogen. Verrassend mooi was het wat er
geschreven stond over de Vaucluse en de adel mijn vriend wat is dit woord
juist gekozen van de oude rotspaden, de geur van tijm in de rotsen, en een
werkkamer als een cel met dikke muren en rook uit de schoorstenen en de ruik
van brandende eik.
En vele andere heel mooie zaken, tot van terpentijn
toe.
En de gedachten die me te binnen vielen toen en nu,
en elk woord van jou, mijn vriend, roept herinneringen op, én met Quasimodo, én met Saint John Perse, én met de
adel-paden in de Valais, én met la Chambre des Preux in de oude chalet die
ik er huurde, met de oude tafel waaraan ik schreef. En dan nog en zeker niet in
het minst, met mijn grootmoeder en zoals jij over je vader - ogen die vochtig
worden.
En ik preciseer in enkele woorden:
Saint John Perse voor het geheel van je boodschap:
Mais de mon frère le poète on a eu des
nouvelles. Il a écrit encore une chose très douce. Et quelques-uns en eurent
connaissance...
Salvatore Quasimodo voor de
geur van eikenhout (rovere):
Desiderio
delle tue mani chiare
nella penombra della fiamma
sapevano di rovere e di rose
di morte. Antico inverno.
Mijn werkkamer voor een tijd, met de boeken op een
rek tegen de wand waar ik Titus Burckhardt ontdekte in de Kamer van de
Dapperen en waar ik schreef, met mijn veldbed tegen de wand, aan een tafel met
het jaartal 1576 erin gebeiteld.
De adel van de bergpaden, en ik dacht aan het pad
naar de cabane van de Arpittetaz, of het pad van de Col de Torrent naar de
Sasseneire, getekend door de vele geslachten die er sedert eeuwen zijn overheen
gegaan.
En dan het indringend parfum van de tijm, voor mijn
herinnering aan mijn grootmoeder die me meenam in de zomer mijn hand in de
hare - langs een holle zandweg de kanten ervan begroeid met tijm en andere
kruiden.
Dit alles, niet heel duidelijk voor buitenstaanders maar, mijn
vriend, omdat het zo mooi geschreven staat heb ik je mail geprint en gekleefd
in mijn dagboek dat (misschien) de tijd van een tijd trotseren zal. Het is wel
geen brief met de hand geschreven, maar ingekleefd hebben je woorden evenveel
kans langer bewaard te blijven dan op mijn PC waar ze vroeg of laat gedeletet
zullen worden. Wat ik nu precies niet wens.
Deze blog is dus voor jou bestemd, ook voor zij die
me regelmatig lezen, om aan te tonen hoe we gestructureerd zijn, hoe
herinneringen zich laag op laag hebben opgestapeld, lijk de jaarringen in een
boom en waarvan alle ringen, lijk alle herinneringen, met levenssappen worden besproeid.
Zo wil ik allen die me lezen besproeien met de
sappen van mijn geest.
|