Hij kent op heel zeldzame
ogenblikken het geluk zich een te voelen met de auteur die is gaan neerzitten
om vers 3, 14, op te tekenen. Het is het meest bevreemdende vers uit Exodus, misschien
zelfs uit de ganse Bijbel. Een vers dat hij leest en herleest op het ogenblik
dat een kleine vogel tegen het raam vliegt.
Hoe komt iemand, totaal los van
het omringende, gehuld in een wolk van vervoering en geïnspireerd door stemmen
in hem en omheen hem, hoe komt hij er toe, beelden en woorden op te roepen om
in een opwelling, zoekende naar de meest krachtige termen, zijn wankele gevoelens
te uiten en de stem van zijn God te gaan verbergen in een brandende
(braam-)struik en te zeggen aan Mozes dat de grond waar hij staat heilige grond
is en dat hij zijn sandalen moet uitdoen. En dan, wat nog verrassender is, dat,
als de Israëlieten hem vragen wie het is die Mozes naar hen toestuurt, hij
zeggen moet dat het IK BEN is.
Wat is het dat die auteur heeft
willen zeggen met deze twee woorden die als volgt werden voorgesteld:
In de King James Versie: And God said unto Moses, I AM THAT I AM: (zo gedrukt in de King James), and he said, Thus shalt to say unto the children of Israel, I AM
hath sent me unto you.
Of, Ik ben hij die is uit de Willibrordus-Bijbel en: Zeg aan het volk van Israël dat het Ik Ben
is die jou tot hen heeft gezonden.
Of, yo soy el que soy uit de Biblia de Jerusalen.
Of Je suis qui je suis, of, je suis ce que je suis, of, je suis parce que je suis, of, je suis celui qui suis, uit de voetnoten
van de Osty-Bijbel.
Waarom deze mysterieuze Ik Ben
omschrijving, terwijl het zo eenvoudig ware geweest had hij simpelweg Mozes
doen zeggen dat het Jahweh was die hem stuurde.
De auteur van die passage bewoog
zich die dag in zijn nergens-land, kende een van die zeldzame momenten
waarop grote dingen geschreven worden, en heeft aan zijn vers een metafysische Schwung gegeven
en zijn Jahweh ontdaan van zijn antropomorfe vorm, door hem kosmisch aan te
kleden en lijk de wikke omheen de roggestengel Hem te wikkelen omheen alles dat
is.
Zijn Ik Ben betekent, ik ben de
totaliteit van het Zijn; Ik Ben betekent al wat binnen de dingen is, het merg
van Al wat is.
En deze morgen, met Bach op de
radio en de helderheid van de luchten tussen de nog kale bomen, een oneindigheid
van verwachten, van iets dat komen gaat, iets dat op het openspringen staat, is
er in mij de gedachte aan al de tijd die verloren is gegaan, omdat er niemand is
geweest die me van in mijn jeugd gewezen heeft op wat ik nu durf aantonen, de
diepere betekenis van die meer dan Sibillijnse Ik Ben.
Mogen we verwachten dat er
eindelijk een dergelijk iemand zal opstaan in onze samenleving?
|