En
toen ik ging,
de
golven die me vroegen
of
ik hier nog keren zou,
maar
ik wist het niet,
het
stond niet opgetekend
in
het Boek,
wellicht
omdat het bijzaak was,
een
onooglijkheid
in
het wentelen van de aarde.
Zo,
ik geantwoord heb
dat
ik zeker keren zou.
Keren
zou in leven of in droom
om
af te maken
wat
ik begonnen was,
al
was het wel niet veel,
al
waren het maar wat woorden,
het
eerste tromgeroffel
de
aanzet
van
de contrabassen
en
van de cellos
van
mijn maritieme symfonie.
Daarna
het thema
te
beginnen met trompetgeschal.
De
rest komt heel wat later
als
ik hier terug zal zijn,
zo
dacht ik toch,
zo
hoop ik toch.
Heb
mijn boek toen dicht gedaan,
mijn
pen toen afgedroogd.
De
zee bekeken
en
hoe ze treurde
tot
in mijn ogen.
Zo
dacht ik toch,
zo
scheen het toch.
De
laatste meeuw,
heel
dicht gekomen
hangend
op de wind.
De
mussen ook tot aan mijn voeten
kruimels
opgepikt
die
ik er gelaten had.
De
zon nog even,
een
laat geflonker:
Ga,
zegde de zee
treuzel
niet langer.
Je
afscheid is ons vreemd.
Neem
wat wind van ons
en
wat geruis van hier.
En
houd ons in je gedachten
tot
je keren zult,
met
nieuwe woorden.
Zo
weze het.
Cabo de las Huertas, Pasen 2013
|