xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het
ritme van de tijd is een hels ritme, niet op te volgen, amper bij te houden.
Tijd schuivend in tijd, alsof hij niet zou zijn, inbeelding zou zijn, gebaseerd
op het wentelen van de aarde in haar baan om de zon en wij wentelend van
ogenblik in ogenblik alsof enkele het nu zou bestaan en niet de tijd, niet de
tijd, nooit de tijd.
Of
het 'nu' van de eerste zin van een gedicht dat ik nimmer schrijven zal zelfs al ken ik de laatste zin, maar nog niet de ogenblikken tussenin, ik die zinnen nooit
gebruiken zal, omdat ik mijn wankel hart het moe ben woorden te zoeken, op
te halen uit wat was of niet was of had kunnen zijn.
Ik
het moe ben omdat niets meer gaat, niets meer komt, niets meer verrukt, niets meer
verbaast. Ik, verankerd in het warme bed en er blijven wil, voor een lange
tijd.
Dit
is dan geen gedicht, al wou ik er een schrijven, al wou ik openingen laten
tussen mijn woorden, al wou ik, lijk Gilliams, schrijven over mijn hand dat
een warm vogelei had geroofd.
Maar
dit kan niet meer, er is voor mij niets meer te roven en zeker geen warm
vogelei. Had ik eraan gedacht, laat in de herfst, een mispel had ik kunnen
rapen in de tuin van het Gevaert museum dichtbij. Maar ik heb er niet aan
gedacht, er was dit Blog dat me parten speelde en blijft spelen en ik de
realiteit van de dingen meer en meer ben gaan vergeten.
Ik
sluit me ook meer en meer op, binnen mijn Blog, lees geen boeken meer, heb er
de tijd niet voor. Al dacht ik aan Luigi Pirandello en aan zijn Sei personnagi
in cerca dautore, dat ik liggen heb tussen de hoop boeken die ik op zij heb
gelegd omdat ik ze, mettertijd, niet veel verder bewaren wil. Er zijn er te veel
om te bewaren nu ik (bijna) niet meer lees.
|