xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is dan dat het
mirakel van het licht zich voltrekt. De wolken zijn opengeschoven en de zon
springt lijk een waterval over de wereld. Alles is nu kleur en verrukking: de ruïnes
van het klooster, de lage muren langs de weg, de trosjes dwergvarens gevat en
levend tussen de oude stenen, de gouden fuchsiahagen en de schittering van de
zee ver beneden hen. Ze kopen wat spijs en
drank in de souvenirshop en wandelen langs de kustlijn het eiland in, de heuvel
op en stijgen als hadden ze vleugels over rotsen en weiden tot de hoogste top,
jong, overmoedig en vrijer dan ooit.
Boven de wereld van
eilanden en water breken ze het brood. De zon brandt hun handen en
wintergelaten en de wind joelt in hun haar, in hun gedachten, in hun woorden.
Dit ook is reeds
herinneren als ze afdalen terug naar het vlekje wit strand, naar het
turkooisgroen van het water, terwijl boven hen een leeuwerik zingend ten hemel
stijgt.
Op het hagelwitte
strand van Iona spoelen kleine takjes wieren aan, donkerrood, karmozijnrood,
levend in de palm van zijn hand. Hij ziet hoe teer ze zijn, hoe wonderlijk van
vorm en hoe de kleur als van robijnen is naar de uiteinden toe. Ondoordringbare
wereld van het intense, roekeloze leven waarover zijn adem is en zijn
verwachten.
Op het hagelwitte
strand spoelen takjes wieren aan, tussen schelpen, rottende resten van planten
en beenderen van vogels, overspoeld, weggeduwd en terug gezogen en van de
oceaan is de zang erover en het licht is het licht van de eeuwigheid.
Het is maar een
onooglijk strookje strand, een inham tussen de rotsen en het beginpunt van de glooiing
naar de top van het eiland toe. Omheen het eiland is de breeklijn van de
branding, de glanzende oceaan uit deinend tot in de grijze oneindigheid van
vele eilanden, ongenaakbaar, onveranderlijk van in het begin der tijden tot het
einde ervan.
Terwijl hij,
onachtzaam, de kleine blaadjes wieren gladstrijkt over zijn handpalm, terwijl
meeuwen wegschieten over het water en over het land. Terwijl het licht de tijdloosheid
doorkruist en zij deel ervan, barrevoets in het water.
|