Aan
Pierre Hollevoet, In antwoord op de prachtige dingen die hij me schreef en ook omwille van zijn ontroerende verhaal over zijn moeder zoals het opgetekend werd door Laurens De Keyzer in zijn 'Mensen die voorbijgaan',(uitgeverij nv.Lannoo, Tielt, 2012).
Zing zwaluw, zing mijn hart tot rust xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aan een simpel vers
van Poesjkin
gedacht, na je
brief gelezen, de avond
een reflectie van
de dag en we je schrijven
willen: Je brief,
mijn vriend, een zwaluw
neergestreken en
uit zijn zang, dimensies
opgedoken waar de
dood ons niet
bedreigen kan,
zelfs al zou hij komen.
Veel is zijn
gefezel niet maar aan je woorden
toegevoegd een
zegen van de hemel
om uit het laagje
transcendentie te ontwarren
waar te ontwaren is
wat vriendschap is.
Vele reizen maakten
we, ver en dichterbij,
en nu, gekomen waar
we staan,
wat rest er ons op
deze aarde, misschien
te bidden dat
vergeven worde elke pijn
aan anderen
aangedaan en te beseffen ook,
al
is het laat, dat nederigheid de ene wijsheid is
die we nog
verwerven kunnen.
Terwijl we immer,
wijsheid zochten
in de boeken die
ons niets te leren hadden,
was het in het
wonder van de bomen en de luchten,
in de stille gang
van kleine dingen die we raapten,
het mysterie van de
vrucht die rijpt en valt
en, als het uur
gekomen is,
van bloem en blad
die weer tot knop
gaan zwellen. Dit
weten we met zekerheid.
Zoals het komen zal
voor ons, en, in wat ons
levend hield, we er
blijvend wonen zullen.
|