xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Heb hier elke dag getracht te vinden - behoudens
nederigheid - wat voor mij op weinig plaatsen nog te vinden is, zonder de
dingen te verbloemen of op te schroeven, de zee mijn middelpunt.
Me afvragend nu, wie die ik is die hier te schrijven
zat, die woorden heeft neergezet in de vele vormen die er zijn, om in feite,
weinig te zeggen wat nog niet werd gezegd, maar ook om geen louter golf of zee
te zijn , geen baken, geen onvermogen om niet een deel te zijn van al wat is.
Wie is die ik die soms denkt, een heer van het
geschrijf te zijn, waarin hij zich vergist, schromelijk, dan toch in de vele
woorden hier samengeraapt in losse stukken om toch enkele ervan te bewaren al
weet hij wat dit betekenen kan en ook wat niet.
Maar alles was hier van de zee, zijn pelgrimsoord, zijn
bron van inspiratie, Dit was zijn vorm van het zijn, de geest zijn adem die hem
levend hield.
Die ik hopende:
Nog de lucht te voelen als hij hier weg zal zijn;
hopende het klotsen nog te beleven van de golven op de rotsen, de lichtstraal
gedropt in hem; hopende van vele zaken nog te houden wat te houden is en wat te
vergeten.
Niet wetende hoe het laatste punt van hier het
allerlaatste ogenblik zich sluiten zal en hoe vooral, hoe de volgende dagen
zich openen zullen op de leemte die er
zijn zal, op drift in een boot van woorden. Maar hopende, ondanks alles wat me
overkomen kan, te keren hier al was het om een boek te schrijven.
Ogenschijnlijk de gewoonste zaak van de wereld zoals het
ervaren wordt door zij die er mee zijn opgegroeid en in hun schelp een koning zijn
zoals Shakespeare het te melden wist.
Samengevat, maar al te gek het is hoe ik hier opgetogen
zitten kon, hopende.
|