xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Heb na het lezen - en
herlezen - van Paul Austers gedichten
begrepen wat poëzie eigenlijk is. George Steiner zag het juist als hij schreef
dat vandaag in poëzie het contract van het woord met de wereld verbroken is.
Wat betekent dat poëzie het woord is en het beeld opgeroepen door het woord,
maar dat het woord geen drager meer is van een filosofische gedachte. Zo begrijp ik het
toch en ondervind ik het in elk gedicht van Auster. Ik wou dit schrijven aan een
groot dichter van bij ons - hij geeft geen teken van leven meer - ik wou hem
zeggen dat de poëzie van Auster, echte en grote poëzie is, dat ik dankzij hem weet
dat begrijpen minder belangrijk is dan geraakt te worden door de poëtische kracht
van de woorden en deze te ondergaan als ik bijvoorbeeld lees:
And
of each thing he has seen
he
will speak
the
blinding
enumeration
of stones
even
to the moment of death
as
if for no other reason
than
that he speaks
Sommige van zijn
gedichten zijn maar een paar regels kort, maar zeer sterk poëtisch al weet ik
niet waar zijn poëzie begint en waar ze eindigt. Maar het effect dat hij bekomt
door de verwarrende verrassing van het woord is, zo lees ik het, grote poëzie.
En in de vertaling naar het Spaans van Jordi Doce, wordt het poëtische karakter
nog meer onderlijnd door de grotere klankrijkdom.
In de laatste
gedichten die ik schreef onderging ik (ongewild) de invloed van Auster. IK heb
wel niet zijn onbeperkte woordenschat, ik zou mijn Van Dale hier naast mij
moeten hebben om de meest weinig gebruikte woorden op te zoeken en hiermee
totaal nieuwe beelden te kunnen oproepen, beelden maar geen gedachten.
In de dagen die ik
hier nog ben worden ze ingelogd. Wat de waarde ervan is weet ik niet, het is
maar een pogen om wat literatuur te bereiken.
|