|
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Als ik hier schrijven
blijf, tekst na tekst, gedicht na gedicht, hoe klein en hoe eenvoudig ook, voor
wie is het dan als het niet is voor jou, voor mij, voor ons beiden.
Zoals het is vandaag, is
het omdat schrijven mijn adem is, je kent hem wel, de echo van weleer mijn
woorden.
Hier, veel ben ik niet,
een stukje zee, een stukje golf hier aangespoeld. Meer is het niet, maar het
volstaat eens het geschreven staat.
Zeg me hoe ik het vol
kan houden elke dag hier terug te zijn en woorden de luchten in te sturen, half
verdwaasd door de winden die hier jagen zonder op te houden.
Ik kan hier zijn en
kijken naar de zee, niets meer dan dat, de zon in oog en nieren, de schittering
dat het water is, voor de ogen.
Zijn en niets meer dan
zijn, geen gedachten zijn, geen verwachten, geen bewegen ook, maar zitten
blijven waar ik gisteren zat en zwijgen tot het avond wordt.
Al ligt het niet in mijn
aard, er kan geen woordje meer af vandaag.
|